Filter dataset werkruimten

Minimaal vereiste machtiging: Interaction Analytics Weergeven

U kunt uw callcentergegevens analyseren in een datasetwerkruimteGesloten Een verzameling van ontlede interactietranscripties die een bepaalde periode beslaan en voldoen aan bepaalde filtercriteria.. U kunt aanpassen welke data worden weergegeven in een werkruimte door de widgets in de werkruimte in te stellen en verschillende typen filters toe te passen. U kunt een opgeslagen zoekopdracht gebruiken om data op de al ingestelde parameters te filteren. U kunt filters toepassen op de gehele werkruimte of alleen op afzonderlijke widgetsGesloten Grafische weergave van bepaalde gegevens die voldoen aan gespecificeerde filtercriteria.. De meeste widgets hebben ook een functie om in te zoomen voor meer informatie over interacties. U kunt ook op Pictogram van 3 verticale punten aan de bovenzijde van de werkruimte klikken om categorieën te bewerken op basis van bevindingen die u ontdekt in een werkruimte.

Datasetinformatie weergeven

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerInteraction Analytics.

  2. Klik op Mijn gegevens.

  3. Zoek de dataset die u wilt weergeven in de tabel. U kunt elke kolom sorteren door op de kolomkop te klikken. Klik op de naam van de dataset om deze te openen. Standaard wordt de eerste werkruimte weergegeven. Een dataset kan meerdere werkruimten hebben omdat er een limiet is van 10 widgets per werkruimte. In het werkruimtepaneel Pictogram Werkruimten kunt u tussen de weergaven van werkruimtes schakelen.

  4. Klik aan de bovenzijde van de werkruimte op Pijl omhoog richting ovaal. Er wordt vervolgens informatie weergegeven over het maken van de dataset en de wijzigingen van de dataset. De taal van de dataset, de inbegrepen kanalen en de toegepaste categorieGesloten Gegevensgroepen die door Interaction Analytics worden gebruikt voor de ontlede transcriptiegegevens van gesprekken. Dankzij categorieën wordt het gemakkelijker om trends te herkennen. worden weergegeven. Daarnaast worden eventuele filters die zijn toegepast op de dataset weergegeven. Wanneer u opnieuw op het pictogram klikt, wordt de informatie over de dataset verborgen.

Opgeslagen zoekopdrachten gebruiken om een werkruimte te filteren

U kunt de data die worden weergegeven in de widgetsGesloten Grafische weergave van bepaalde gegevens die voldoen aan gespecificeerde filtercriteria. in uw werkruimteGesloten Een weergave van een of meer widgets, die onder een bepaalde naam kan worden opgeslagen. filteren. U kunt dit doen door filters toe te passen waarnaar u al hebt gezocht op de pagina Zoeken. U kunt zoeken naar specifieke trefwoorden en woordgroepen, segment-ID's, contact-ID's, teamnamen of agentnamen. U kunt uw zoekopdracht ook filteren op datum, taal, kanaal en andere metrics. Als u een zoekopdracht hebt opgeslagen, kunt u dezelfde zoekparameters als filters voor een werkruimte gebruiken. U kunt extra filters toevoegen, of de werkruimte aanpassen nadat u een opgeslagen zoekopdracht hebt gebruikt. Het kan echter zijn dat het toepassen van de filters van de opgeslagen zoekopdracht uw filteropties binnen de widgets beperkt. U kunt bijvoorbeeld niet filteren op een team dat niet in die zoekparameters is opgenomen wanneer uw opgeslagen zoekopdracht alleen bepaalde teams bevat.

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerInteraction Analytics.
  2. Klik op Mijn gegevens.

  3. Zoek de dataset die u wilt weergeven in de tabel. U kunt op een kolom sorteren door op de kolomkop te klikken. Klik op de naam van de dataset om deze te openen. Standaard wordt de eerste werkruimte weergegeven. Een dataset kan meerdere werkruimten hebben omdat er een limiet is van 10 widgets per werkruimte. In het werkruimtepaneel Pictogram Werkruimten kunt u tussen de weergaven van werkruimtes schakelen.

  4. Klik in de vervolgkeuzelijst op Opgeslagen zoekopdracht selecteren om de zoekfilters te kiezen die u op de werkruimte wilt toepassen.

Om de toegepaste opgeslagen zoekfilters te wissen, gaat u naar de rechterbovenhoek van de werkruimte en klikt u op meer opties Pictogram van 3 verticale punten > Nieuwe zoekopdracht. Wanneer u een opgeslagen zoekopdracht verwijdert, heeft dat geen invloed op de extra toegepaste filters. Werkruimte- en widgetfilters moeten afzonderlijk worden verwijderd.

Werkruimtefilters toepassen

U kunt de weergegeven data in de werkruimtewidgetsGesloten Grafische weergave van bepaalde gegevens die voldoen aan gespecificeerde filtercriteria. filteren door op in de rechterbovenhoek van de werkruimteGesloten Een weergave van een of meer widgets, die onder een bepaalde naam kan worden opgeslagen. te klikken.

Wanneer u een filter wilt verwijderen, klikt u op de xnaast het filter en klikt u vervolgens op Wit vergrootglas met een blauwe achtergrond.. U kunt ook in een afzonderlijke widget op meer opties Pictogram van 3 verticale punten > Widgetfilters resetten klikken.

In de zoekbalk kunt u trefwoorden of woordgroepen invoeren en op Wit vergrootglas met een blauwe achtergrond. klikken om op interacties te filteren waarin alleen bepaalde termen worden gebruikt. U kunt de volgende tekens niet in de zoekbalk invoeren: [ ] { } < >. Wanneer u meerdere termen of woordgroepen in de zoekbalk invoert, worden alleen interacties waarin alle ingevoerde termen worden gebruikt, weergegeven. Het kan handiger zijn om het filter Trefwoorden en woordgroepen te gebruiken, behalve wanneer u naar interacties wilt zoeken waarin meerdere termen in een interactie worden gebruikt. Met het filter Trefwoorden en woordgroepen kunt u meerdere regels toepassen, zoals exacte overeenkomst en nabijheid.

  1. Klik op Mijn gegevens en klik daarna op de naam van de dataset die u wilt bekijken.

  2. Klik in de rechterbovenhoek op . De vervolgkeuzelijst Datumbereik en de knop Filters toevoegen worden weergegeven. U kunt de filteropties verbergen door op Filters Pictogram Zoekfilters in de rechterbovenhoek te klikken.

  3. Als u de data wilt filteren op een specifieke periode, klikt u op de vervolgkeuzelijst Datumbereik. Standaard worden de gegevens van de afgelopen zeven dagen weergegeven. U kunt de optie Binnen de laatste __ dagen selecteren of een Aangepast datumbereik instellen met een datum en tijd van de dag.

  4. Om resultaten met andere criteria te verfijnen, klikt u op Filters toevoegen en selecteert u het type dat u wilt toepassen. U moet deze stap herhalen als u meerdere typen filters wilt toevoegen. Dit pictogram Pictogram Zoekfilterswordt blauw wanneer filters worden toegepast.

  5. Klik op het filter dat u zojuist hebt toegevoegd om de filteropties te configureren.

  6. Wanneer u klaar bent met het configureren van een filter of filters, klikt u op Wit vergrootglas met een blauwe achtergrond..

Widgetfilters toepassen

U kunt de data die worden weergegeven in de widgetsGesloten Grafische weergave van bepaalde gegevens die voldoen aan gespecificeerde filtercriteria. filteren door op het filterpictogram in de rechterbovenhoek van een widget te klikken. Deze filters worden alleen toegepast op individuele widgetsGesloten Grafische weergave van bepaalde gegevens die voldoen aan gespecificeerde filtercriteria.. Ze hebben geen invloed op data in overige widgets in de werkruimte.

Wanneer u een filter wilt verwijderen, klikt u op de xnaast het filter en klikt u vervolgens op Wit vergrootglas met een blauwe achtergrond.. U kunt ook in een afzonderlijke widget op meer opties Pictogram van 3 verticale punten > Widgetfilters resetten klikken.

  1. Klik op Mijn gegevens en klik daarna op de naam van de dataset die u wilt bekijken.

  2. Klik in de rechterbovenhoek op . De vervolgkeuzelijst Datumbereik en de knop Filters toevoegen worden weergegeven. U kunt de filteropties verbergen door op Filters Pictogram Zoekfilters in de rechterbovenhoek te klikken.

  3. Als u de data wilt filteren op een specifieke periode, klikt u op de vervolgkeuzelijst Datumbereik. Standaard worden de gegevens van de afgelopen zeven dagen weergegeven. U kunt de optie Binnen de laatste __ dagen selecteren of een Aangepast datumbereik instellen met een datum en tijd van de dag.

  4. Om resultaten met andere criteria te verfijnen, klikt u op Filters toevoegen en selecteert u het type dat u wilt toepassen. U moet deze stap herhalen als u meerdere typen filters wilt toevoegen. Dit pictogram Pictogram Zoekfilterswordt blauw wanneer filters worden toegepast.

  5. Klik op het filter dat u zojuist hebt toegevoegd om de filteropties te configureren.

  6. Wanneer u klaar bent met het configureren van een filter of filters, klikt u op Wit vergrootglas met een blauwe achtergrond..

Een werkruimte maken

Een nieuwe werkruimte maken

  1. Ga naar Mijn gegevens en open de dataset die u wilt bewerken. Als u zojuist Analytics hebt geselecteerd, wordt de pagina Mijn gegevens standaard weergegeven.
  2. Klik op het pictogram van het werkruimtepaneel Vier vallende grijze blokken als het paneel nog niet open is en klik dan op de pijl omlaag naast Werkruimte toevoegen om de lijst met werkruimten te openen.
  3. Als u een blanco werkruimteGesloten Een weergave van een of meer widgets, die onder een bepaalde naam kan worden opgeslagen. wilt maken, selecteert u Werkruimte toevoegen.

  4. Klik op Pictogram van 3 verticale punten in de rechterbovenhoek van de nieuwe werkruimte en klik op Naam wijzigen om de titel te wijzigen.

  5. Voeg widgets toe aan de werkruimte.

Een bestaande werkruimte dupliceren

  1. Ga naar Mijn gegevens en open de dataset die u wilt bewerken. Als u zojuist Analytics hebt geselecteerd, wordt de pagina Mijn gegevens standaard weergegeven.
  2. Klik op het pictogram van het werkruimtepaneel Vier vallende grijze blokken als het paneel nog niet open is en klik dan op de pijl omlaag naast Werkruimte toevoegen om de lijst met werkruimten te openen.
  3. Als u een werkruimte wilt maken met behulp van een bestaande werkruimte als sjabloon, klikt u op de naam van de werkruimte die u als sjabloon wilt gebruiken. Als u een lange lijst met werkruimten te zien krijgt, kunt u de zoekbalk gebruiken om de lijst te filteren.

  4. Klik op Pictogram van 3 verticale punten in de rechterbovenhoek van de werkruimte en klik op Dupliceren.

  5. Klik op Pictogram van 3 verticale punten in de rechterbovenhoek van de werkruimte die u net hebt gedupliceerd en klik dan op Naam wijzigen om de titel te wijzigen.

  6. U kunt de werkruimte wijzigen door onder andere widgets en filters toe te voegen.

Widgets toevoegen aan een werkruimte

  1. Open de werkruimteGesloten Een weergave van een of meer widgets, die onder een bepaalde naam kan worden opgeslagen. waaraan u de nieuwe widgetGesloten Grafische weergave van bepaalde gegevens die voldoen aan gespecificeerde filtercriteria. wilt toevoegen.

  2. Klik op de widgetlade Een potlood dat naar beneden wijst naast een meter..
  3. Selecteer de widget die u wilt toevoegen. De widgets worden gesorteerd onder de kopteksten die het type informatie dat ze weergeven, beschrijven. De geselecteerde widget wordt weergegeven in het ontwerpgebied van de werkruimte. De naam van de widget in de lijst kan verschillen van de naam die verschijnt op de widget zelf in de werkruimte.
  4. Als de geselecteerde widget configuratieopties heeft en u deze wilt aanpassen, klikt u op Opties Pictogram van 3 verticale punten > Instellingen in de rechterbovenhoek van de widget. De instellingen zijn verschillend voor elke widget.

Klik op Pictogram van 3 verticale punten > Verwijderen om een widget uit een werkruimte te verwijderen.

Widgets aanpassen

U kunt de grootte, vorm, plaatsing en weergaveopties van widgets in uw werkruimte aanpassen.

  • Als u de grootte van een widget wilt aanpassen, beweegt u de cursor over de rand van de widget die u wilt aanpassen. Wanneer de muisaanwijzer verandert in een dubbele pijl, klikt u op de rand en sleept u deze naar de gewenste plek. Als u over een hoek van een widget beweegt, kunt u de hoogte en breedte van de widget tegelijkertijd aanpassen. Het wijzigen van de grootte van een widget kan uw weergave van de gegevens die de widget bevat, beïnvloeden.
  • Klik in de linkerbovenhoek op Twee verticale kolommen met vierkanten. en sleep de widget naar de gewenste locatie. De widget wordt transparant tijdens het verplaatsen en andere widgets gaan opzij om ruimte te maken voor het neerzetten van de widget.

Werkruimtefilters als categorie opslaan

U kunt filters die u hebt toegepast op een werkruimte opslaan als een categorieGesloten Gegevensgroepen die door Interaction Analytics worden gebruikt voor de ontlede transcriptiegegevens van gesprekken. Dankzij categorieën wordt het gemakkelijker om trends te herkennen..

  1. Klik aan de bovenzijde van de werkruimte op Pictogram van 3 verticale punten.

  2. Klik op Opslaan als categorie.

  3. Voer een Categorienaam in.

  4. Interaction Analytics maakt automatisch categorieregels aan gebaseerd op de filters die u op de werkruimte hebt toegepast. Maar voordat u de categorie opslaat, kunt u criteria bewerken of aan regels toevoegen.

  5. Om meer regels toe te voegen, klikt u op + onder de bestaande regels.

  6. Wanneer u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen, klikt u op Opslaan als categorie.

  7. Klik op Pictogram van 3 verticale punten > Categorieën bewerken > Gegevens bijwerken. De wijzigingen worden nu op de dataset toegepast. De huidige dataset wordt vervolgens opnieuw verwerkt. Dit kan enkele uren duren. Het is daarom raadzaam om eerst alle wijzigingen door te voeren voordat u een update uitvoert. Deze worden dan meegenomen bij het opnieuw verwerken van de dataset. U kunt de status van het opnieuw verwerken monitoren in het linker navigatiemenu in Interaction Analytics.

Wijzigingen in een werkruimte opslaan

U kunt de net uitgevoerde aanpassingen in uw werkruimte opslaan als een opgeslagen zoekopdracht of een werkruimtesjabloon.

  • Om filtercriteria als een opgeslagen zoekopdracht op te slaan, klikt u op Pictogram Zoekopdracht opslaan > Zoekopdracht opslaan. Voltooi de velden om een zoekopdracht op te slaan. Uw configuratie wordt nu weergegeven als een opgeslagen zoekopdracht.

  • Om widgetconfiguraties op te slaan, klikt u op Pictogram Zoekopdracht opslaan > Werkboek opslaan. Uw configuratie wordt nu links in het werkruimtepaneel als een optie weergegeven.