Gebruikers beheren

Een gebruiker maken

Vereiste machtigingen: Gebruikers maken

Wanneer u nieuwe gebruikers aanmaakt, hebt u de mogelijkheid om afzonderlijk nieuwe gebruikers aan te maken of om meerdere nieuwe gebruikersaccounts gelijktijdig te uploaden. Deze instructies zijn bedoeld voor het maken van afzonderlijke gebruikers in de Admin-applicatie. Zie Meerdere gebruikers tegelijk beheren voor instructies over het maken of bewerken van meerdere gebruikers tegelijk.

CXone biedt een groot aantal opties en instellingen waarmee u uw gebruikers kunt aanpassen. Het is een goed idee om deze hele taak van tevoren door te lezen en ervoor te zorgen dat u weet welke instellingen u moet configureren.

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerAdmin.
  2. Klik op Gebruikers.

  3. Open het formulier om nieuwe gebruikers te maken, op een van de volgende manieren:

    • Als u een nieuwe gebruiker wilt maken vanuit een leeg formulier, klikt u op Nieuwe maken en selecteert u Eén gebruiker.
    • Als u een nieuwe gebruiker wilt maken op basis van het profiel van een bestaande gebruiker, opent u het profiel van die gebruiker en klikt u op Kopiëren.
  4. Voer deze velden in: Voornaam, Achternaam, E-mailadres, Gebruikersnaam (in de vorm van een e-mailadres), Beveiligingsprofiel, Team, Gebruiker zal gebruik maken van (tijdzone), Plaats en Land. Als deze velden beschikbaar zijn, stelt u ook het wachtwoord in met behulp van de velden Wachtwoord en Wachtwoord bevestigen. Voer alle overige informatie in die u aan het gebruikersprofiel wilt toevoegen.

  5. Selecteer een inlogauthenticator.

    Alle gebruikers moeten toegewezen worden aan een inlogauthenticator, anders kunnen ze niet inloggen bij CXone.

    Het type inlogauthenticator bepaalt hoe de gebruiker moet inloggen bij CXone. U kunt de volgende twee typen inlogauthenticators instellen.

    Systeeminlogauthenticators: gebruikers die toegewezen zijn aan een systeeminlogauthenticators moeten inloggen met gegevens die beheerd zijn door CXone.

    Externe inlogauthenticators: gebruikers die toegewezen zijn aan een externe inlogauthenticator moeten inloggen via een externe identiteitsprovider (IdP). Externe inlogauthenticators worden geconfigureerd met SAML 2.0 of OpenID Connect.

  6. Als aangepaste URL's voor Integrated Softphone (WebRTC) zijn ingeschakeld, stelt u de opties Geïntegreerde softphone-URL en Gewicht URL in.

  7. Klik op Opslaan en doorgaan.
  8. Stel de Weigeringstimeouts van de gebruiker in voor elk kanaal, het standaard Nummerpatroon en de Drempelwaarde voor agentstem. Als u wilt, selecteert u Overgaan onderdrukken -Personal Connection.

  9. Als uw omgeving ingeschakeld is voor statische levering, stel dan het standaard aantal Gelijktijdige chats en Automatisch geparkeerde e-mails in. Geef aan of Contact aanvragen mogelijk is voor de gebruiker.

  10. Als uw omgeving beschikt over dynamische levering (), stelt u het maximum aantal gelijktijdige contacten in dat de gebruiker per kanaal kan verwerken. Als de gedetailleerde dynamische levering instellingen zijn ingeschakeld, stelt u de Aanleveringswijze en het Totaal aantal contacten voor de gebruiker in.

  11. Als u beschikt over een andere WFO-integratie dan CXone WFO (bijvoorbeeld Uptivity WFO) en u de opnamefunctie wilt configureren, stelt u de opties Systeemdomein, Gebruikersnaam systeem en Telefoons in.

  12. In het gedeelte MAX-versie kunt u bepalen welke versie van MAX deze gebruiker moet gebruiken.
  13. Als CXone WFM is ingeschakeld, configureert u de meldingsinstellingen voor de agent.

  14. Als u over NICE CXone WFO beschikt en u dit wilt integreren met een CRM-systeem, voert u de CRM-gebruikersnaam van de agent in om deze aan de gebruiker te koppelen.

  15. Klik op Opslaan.

Aangepaste gebruikerseigenschappen bewerken

Vereiste machtigingen: Externe bedrijfseenheid Weergeven, Aangepaste velden van bedrijfseenheid Bewerken, Gebruikers Bewerken

U kunt maximaal vijf aangepaste eigenschappen in de gebruikersprofielen van uw systeemomgeving gebruiken, voor welke doeleinden u maar wilt. Om de betekenis van de aangepaste velden te verduidelijken, kunt u de labels veranderen. U kunt bijvoorbeeld de naam van het veld Aangepast 1 in Burgerlijke staat veranderen, om uzelf en andere gebruikers eraan te herinneren dat dit aangepaste veld dient om de burgerlijke staat van de gebruikers in uw systeemomgeving vast te leggen. Deze aangepaste eigenschappen worden weergegeven in gegevensdownloadrapporten.

  1. Klik op de app-kiezer en selecteer ACD.
  2. Ga naar ACD-configuratie > Bedrijfseenheden.

  3. Klik op de bedrijfseenheidGesloten Een organisatorische eenheid die wordt gebruikt om technische ondersteuning, facturering en globale instellingen voor uw CXone-omgeving te beheren die u wilt bewerken.

  4. Klik op het tabblad Aangepaste velden.

  5. Klik op Bewerken.
  6. Typ de namen van de aangepaste velden die in gebruikersprofielen moeten worden gebruikt in plaats van de standaardwaarden.

  7. Klik op Gereed.
  8. Als u bestaande gebruikersprofielen wilt bijwerken met informatie die thuishoort in de aangepaste velden, bewerk dan de gebruikersprofielen afzonderlijk of massaal.

    De tabel voor massale upload geeft de bijgewerkte namen voor aangepaste velden niet weer. Deze tabel toont altijd de standaard veldnamen.

Skills toewijzen aan een gebruiker

Vereiste machtigingen: Gebruikers Bewerken, Skills Bewerken

Vanuit de gebruikersfunctie kunt u meerdere skills gelijktijdig toevoegen of verwijderen voor één gebruiker. Als u voor één skill meerdere gebruikers tegelijk wilt toevoegen of verwijderen, moet u dit doen vanuit de skill-functie.

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerAdmin.
  2. Klik op Gebruikers.

  3. Klik op het gebruikersprofiel dat u wilt bewerken om het te openen.

  4. Klik op het tabblad Skills.

  5. Selecteer in de tabel Skills toevoegen de selectievakjes van alle skills die u wilt toevoegen.

    De tabel is gepagineerd en doorzoekbaar. Als u naar andere pagina's zoekt of navigeert, worden de geselecteerde selectievakjes niet uitgeschakeld.

  6. Klik op Skills toevoegen.
  7. Stel het bekwaamheidsniveau van de gebruiker voor de nieuwe skills in door op de vervolgkeuzelijst in de kolom Bekwaamheid te klikken en het gewenste niveau te selecteren.

  8. Wanneer de bekwaamheidsniveaus voor alle nieuwe skills zijn ingesteld, klikt u op Bekwaamheden opslaan.

    Als u niet op Bekwaamheden opslaan klikt voordat u de pagina verlaat, worden alle skills verwijderd die u aan het gebruikersprofiel hebt toegevoegd.

De bekwaamheden van een gebruiker wijzigen

Vereiste machtigingen: Gebruikers Bewerken

Wanneer u bekwaamheidsniveaus aanpast via de gebruikersfunctie, kunt u meerdere (of alle) skills die aan dezelfde gebruiker zijn toegewezen, gelijktijdig veranderen. Als u in plaats daarvan meerdere gebruikers die aan één skill zijn toegewezen, in één keer wilt veranderen, moet u hiervoor de skill-functie gebruiken.

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerAdmin.
  2. Klik op Gebruikers.

  3. Klik op het gebruikersprofiel om het te openen.

  4. Klik op het tabblad Skills.

  5. Klik in het vak Toegewezen skills in de kolom Bekwaamheid op de vervolgkeuzelijst voor de skill die u wilt wijzigen, en selecteer het gewenste bekwaamheidsniveau voor de gebruiker in deze skill.

  6. Klik op Bekwaamheden opslaan.