Reqagent
|
Vraagt om een agent met een specifieke skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent om een actief contact af te handelen. U kunt een agent vragen met een specifieke bekwaamheid in de skill. U kunt ook definiëren hoe prioriteitsbeheer Een skillgebaseerde indicatie van het belang van een contact, die de aanleveringsvolgorde bepaalt. werkt voor de contacten die door deze actie worden afgehandeld. Als er onmiddellijk een agent beschikbaar is, wordt het contact naar die agent gerouteerd. Als er geen agent beschikbaar is, wordt het contact in de wachtrij geplaatst. De OnAnswer event wordt getriggerd wanneer een agent de interactie met het contact begint. Reqagent is het punt in het script waar het contact overgaat van de status Prequeue naar de status In wachtrij geplaatst. Als een contact in de wachtrij staat, kunt u een reeks acties definiëren die plaatsvindt terwijl het contact op een agent wacht. U kunt ook logica definiëren om specifieke scenario's af te handelen, bijvoorbeeld wanneer het contact een bepaalde tijd heeft gewacht. In het gedeelte Tips en trucs staan voorbeelden van dingen die u in een wachtpatroon kunt opnemen. If you want to adjust the proficiency required in the specified skill based on the length of time the contact stays in the queue, add the UpdateContact action to your script. Typically, a Music action would be placed between Reqagent and UpdateContact. |
Ondersteunde scripttypen
|
|
|
|
|
|
|
Generiek |
Chat | Telefoon | Voicemail | Werkitem | SMS |
Reqagent kan ook worden gebruikt met scripts voor digitale Kanaal, contact of skill verbonden met Digital Experience. mediatypen, maar daarvoor bestaat een aparte online Help-pagina.
Invoereigenschappen
Deze eigenschappen definiëren gegevens die de actie gebruikt bij het uitvoeren.
U kunt variabelesubstitutie in alle eigenschappen van deze actie gebruiken.
Vertakking |
Beschrijving |
---|---|
Caption |
Wijzig het Caption naar een uniek bijschrift voor deze actie in het script. De Rapport IVR-selectiepad bevat de actienaam en het bijschrift. Beschrijvende, unieke bijschriften maken de rapporten leesbaarder en begrijpelijker. |
Skill | Selecteer |
TargetAgent |
Hiermee kunt u een specifieke medewerker de interacties voor deze actie laten afhandelen. Dit is handig als u bijvoorbeeld een agent hebt die expert is op een bepaald gebied. Selecteer een agent in de vervolgkeuzelijst. U kunt in dit veld ook een variabele invoeren, zoals {AgentId}. Als de doelagent niet beschikbaar is, zet CXone het contact in de wachtrij totdat de doelagent weer vrij is. |
PriorityManagement |
Hiermee kunt u aangeven hoe u wilt dat prioriteitsbeheer wordt afgehandeld voor deze actie. De standaardinstelling is DefaultFromSkill. Dit betekent dat het script gebruikmaakt van het prioriteitsbeheer dat is gedefinieerd in de Skill die u hebt geselecteerd. Selecteer Custom als u de prioriteitsinstellingen voor de skill wilt negeren en een andere afhandeling wilt instellen. Stel de gewenste niveaus voor deze actie in bij de velden InitialPriority, Acceleration en MaxPriority. |
InitialPriority |
Specificeer de startprioriteit van het contact wanneer dit het systeem binnenkomt. |
Acceleration |
Bepaalt hoe snel de prioriteit toeneemt voor elke minuut die het contact in de wachtrij blijft staan. De standaardwaarde is 1. De minimumwaarde is 0 en de maximale prioriteit is de waarde die in de MaxPriority-eigenschap is ingesteld. Een voorbeeld: als InitialPriority de waarde 4 heeft en u Acceleration instelt op 1, dan neemt de prioriteit met één toe na elke minuut dat het contact nog niet aan de beurt is. Als het contact na drie minuten nog in de wachtrij staat, is de prioriteit dus opgelopen tot 7. U kunt de InitialPriority voor de ene skill lager instellen dan voor een andere skill, maar als u de Acceleration voor die skill hoger maakt, kan de eerste skill toch andere skills in de wachtrij inhalen. Bijvoorbeeld: u stelt de InitialPriority van skill A in op 1 en de Acceleration op 5. U geeft skill B een InitialPriority van 3 en een Acceleration van 1. Aanvankelijk zal een contact voor skill B als eerste in de rij staan, omdat de klant een startprioriteit van 3 heeft, maar na één minuut zal een contact voor skill A bovenaan staan, omdat de prioriteit van skill A dan is opgelopen tot 6. CXone combineert de bespoedigingswaarde met de tijd dat de interactie in de wachtrij heeft gestaan en de startprioriteit, volgens deze formule: Prioriteit = (Tijd * Bespoediging) + Startprioriteit. U hoeft dit veld alleen in te vullen als u Custom PriorityManagement hebt ingesteld voor deze actie. |
MaxPriority |
Geef de maximale prioriteit op die mogelijk is voor een contact dat gebruik maakt van deze skill. U hoeft dit veld alleen in te vullen als u Custom PriorityManagement hebt ingesteld voor deze actie. Als een contact de maximale prioriteit bereikt, zal CXone prioriteit als enige factor gebruiken om het contact te routeren. Dit kan problemen veroorzaken als meerdere contacten allemaal tegelijkertijd maximale prioriteit bereiken. |
Sequence |
Hiermee kunt u het geluidssignaal aanpassen dat agents krijgen wanneer ze een nieuw contact hebben. Het geluidssignaal kan een audiobestand zijn of een TTS Hiermee kunt u teksten invoeren en door een computerstem laten uitspreken.-prompt (tekst-naar-spraak). Het signaal kan ook een combinatie van beide zijn. Als u alleen een audiobestand wilt gebruiken, voert u de naam van het bestand binnen dubbele aanhalingstekens in. Bijvoorbeeld "nieuwContact.wav". If you want to create a more complex notification, you can use the Sequence Editor in the Play action. When the prompt is finished, copy the contents from the Sequence property in the Play action into the Sequence property in this action. Als u geen audiobestand specificeert, gebruikt de actie de standaard wachttoon. Als u geen geluidssignaal wilt gebruiken, stelt u ZipTone in op No ZipTone. |
ZipTone |
Bepaal wanneer u de wachttoon wilt afspelen om de agent te attenderen op een nieuw contact. De opties zijn:
|
ScreenPopSource |
Selecteer de bron voor schermpopups Een configureerbaar popup-venster met informatie over het contact. De popup verschijnt op het scherm van de agent na een bepaalde gebeurtenis, bijvoorbeeld wanneer de agent verbinding krijgt. die aan de agent worden weergegeven. Vul dit veld alleen in als u schermpopups wilt opnemen in deze actie. De opties zijn:
|
ScreenPopURL |
Geef de URL op die voor de agent moet worden geopend in een schermpopup Een configureerbaar popup-venster met informatie over het contact. De popup verschijnt op het scherm van de agent na een bepaalde gebeurtenis, bijvoorbeeld wanneer de agent verbinding krijgt.. Voor deze eigenschap wordt vaak een vervangende variabele gebruikt. De URL moet volledig zijn, inclusief http://. Bijvoorbeeld: http://www.uwdomein.com. U kunt extra informatie aan het eind van de URL toevoegen met behulp van variabelen uit Assign http://www.uwdomein.com?var1=waarde1&var2=waarde2 De titel van het tabblad dat in de MAX-interface wordt weergegeven, kan worden aangepast door de parameter icAgentPanelTitle= toe te voegen aan de URL. De URL die is opgegeven in deze eigenschap opent in de standaardbrowser. De schermpopup is zichtbaar voor de agent wanneer de ACD besluit om het contact naar die agent te leiden en wijzigt de status van het contact in Routering. Wanneer u wilt dat schermpop-ups op een andere tijd tijdens een interactie worden weergegeven, kunt u de Runapp action gebruiken. |
HighProficiency |
Voer de maximale skillbekwaamheid in die een agent kan hebben om een contact te ontvangen vanuit deze actie. Bekwaamheidswaarden zijn hele getallen van 1 tot 20, waarbij 1 de beste en 20 de slechtste bekwaamheid aangeeft. |
LowProficiency |
Voer de minimale bekwaamheid in die een agent moet hebben om een contact te ontvangen vanuit deze actie. Bekwaamheidswaarden zijn hele getallen van 1 tot 20, waarbij 1 de beste en 20 de slechtste bekwaamheid aangeeft. |
RoutingAttribute |
Selecteer het specifieke attribuut dat u wilt gebruiken in de routeringscriteria. Bij het aanvragen van agents worden alleen agents met de opgegeven combinatie van Skill en RoutingAttribute geselecteerd om contacten aan toe te wijzen. Gebruik de UpdateContact |
Resultaatvertakkingsvoorwaarden
Met Resultaatvertakkingsvoorwaarden kunt u vertakkingen maken in uw script om verschillende resultaten te behandelen wanneer de actie wordt uitgevoerd.
Voorwaarde |
Beschrijving |
---|---|
Default |
Het pad dat altijd wordt gevolgd, behalve als het script voldoet aan een voorwaarde die vereist dat het een van de andere vertakkingen volgt. Dit pad wordt ook gevolgd als de andere vertakkingen niet zijn gedefinieerd. |
OnError |
Het pad dat wordt gevolgd als de actie niet correct wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld als er een onverwacht probleem is, zoals een Case specifiek gebruik: Een tweede Reqagent-actie in het script probeert de skill van het contact te wijzigen. Wanneer het contact actief naar een agent wordt gerouteerd wanneer geprobeerd wordt om de skill te wijzigen, wordt de OnError-vertakking genomen. |
Tips & trucs
-
U kunt acties na Reqagent plaatsen om een wachtstandpatroon te creëren. Een wachtstandpatroon biedt meestal de volgende mogelijkheden:
-
Afspelen van prompts en muziek.
-
Aangeven hoeveel personen er momenteel in de wachtrij staan.
-
Aangeven van de geschatte wachttijd.
-
De mogelijkheid bieden om een voicemail achter te laten.
-
Uitvoeren van een blinde doorschakeling na een bepaalde tijd.
-
Wijzigen van de skillbekwaamheid en andere instellingen om de pool van beschikbare agents te vergroten naarmate het contact langer moet wachten.
-
Terugvallogica.
-
- Zodra het contact de Routering-status heeft, is de __agentID-variabele aanwezig in het script.
- Deze actie voegt een groot aantal vooraf gedefinieerde variabelen toe aan het script. U kunt een trace uitvoeren op het script om de aanwezige variabelen weer te geven. Als u deze variabelen eerder aan uw script hebt toegevoegd, worden deze overschreven wanneer het script Reqagent bereikt.
- U kunt bullseye-routering-routering gebruiken om de pool van beschikbare agents dynamisch te vergroten of te verkleinen. Hiervoor moet u de skillbekwaamheid, een routeringsattribuut of beide instellen in de Reqagent-actie. Gebruik vervolgens een UpdateContact-actie om de desbetreffende waarden te wijzigen wanneer aan specifieke criteria is voldaan.
- Als u IEX WFM gebruikt, raadpleegt u de handleiding Distributieregels.
- Als u CXone WFM gebruikt, raadpleegt u de online Help.
Als u CXone WFM gebruikt, controleert u de documentatie voor uw CXone WFM-product voordat u bullseye-routering instelt. Bepaal de best practices en mogelijke gevolgen voor de prognostiek van het gebruik van bullseye-routering met bekwaamheidsbereiken en/of routeringsattributen.
Voorbeeld van een script
Dit is een voorbeeld dat toont hoe deze actie kan worden gebruikt in scripts. Het is niet bedoeld als een compleet script. Het kan nodig zijn het script verder te bewerken.
In dit voorbeeld triggert Begin een Menu, dat gesynthetiseerde tekst gebruikt om de beller te vragen op 1 te drukken als deze met een medewerker wil spreken. Als er niet direct een agent beschikbaar is, wordt gedurende 30 seconden muziek afgespeeld en vijf seconden gewacht. Daarna wordt de lus herhaald tot een agent de oproep beantwoordt.
Wilt u dit script downloaden?