Metrics voor gegevensdownloadrapporten

Geeft aan of het contact de oproep voortijdig heeft afgebroken. J betekent dat het contact de oproep heeft afgebroken en N betekent dat het contact de oproep niet heeft afgebroken.

Het totaal aantal contacten dat de verbinding met de skill of het contactpunt heeft verbroken voordat ze door een agent werden afgehandeld.

Het percentage contacten van de skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent dat de oproep heeft afgebroken op de aangegeven datum.

De tijd die het contact in het systeem heeft doorgebracht voordat hij of zij de oproep heeft afgebroken.

Het percentage van de totale ingelogde tijd die door agents in de skill, team, of de campagne is besteed aan het afhandelen van contacten, of is doorgebracht in een beschikbare status Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie., klaar om een ander contact af te handelen. De waarde is (ACD_Tijd + Outbound_Tijd + Beschikbare _Tijd) / Totale_Tijd.

De totale tijd in minuten of seconden dat de agent bezig is geweest met het afhandelen van inbound en outbound oproepen.

De tijd in seconden die het contact heeft besteed aan het gesprek met de primaire agent. Tijd in wachtstand en/of conferentietijd zijn niet inbegrepen.

De tijd in seconden die de agent heeft besteed aan nawerk na een gesprek met het contact.

De tijd die de agent heeft besteed aan nawerk na een gesprek met het contact.

De datum en tijd . Wordt gebruikt in het rapport Stationslijst en het rapport Alle callbacks. De gebruikte notatie is MM/DD/JJJJ UU:MM, 24-uurs tijd.

Het totaal aantal contacten dat de-skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent is binnengekomen op de start_date en is aangeleverd aan een agent.

Geeft aan dat de agent was geconfigureerd voor Digital Engagement tijdens de opgegeven factureringsmaand (hiervoor moet u beschikken over Digital First Omnichannel.Neem voor meer informatie over Digital First Omnichannel contact op met uw CXone-accountmanager.

De unieke ID die is gekoppeld aan de dispositie Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie. die is toegewezen aan het contact. Zie Systeemwaarden voor disposities voor een lijst met de dispositiecodes van het systeem en de bijbehorende disposities.

De naam van de dispositie Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie. die aan het contact is toegewezen. Zie Systeemwaarden voor disposities voor een lijst met de dispositiecodes van het systeem en de bijbehorende disposities.

De unieke ID van de agent.

De voor- en achternaam van de agent.

De voor- en achternaam van de agent zoals weergegeven in het NICE CXone-gebruikersprofiel van de agent. In sommige rapporten die gegevens voor specifieke interacties weergeven, is dit de naam van de laatste agent die het contact heeft afgehandeld.

De unieke, door het systeem gegenereerde ID van de agent. In sommige rapporten die gegevens voor specifieke interacties weergeven, is dit de ID van de laatste agent die het contact heeft afgehandeld.

De unieke, door het systeem gegenereerde ID van de inlogsessie van de agent.

De code die overeenkomt met de status Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie. waarin de agent zich bevond.

Het rapport Agentstatussen geeft details voor individuele codes.

De tijd in seconden die het contact heeft besteed aan het gesprek met een agent.

De naam van het contact of het telefoonnummer dat aan het contact is gekoppeld.

De naam van het contact of het telefoonnummer dat aan het contact is gekoppeld.

Geeft aan of de agent thuis werkt, zoals gespecificeerd in het gebruikersprofiel op het tabblad Gebruikerseigenschappen. De waarde is TRUE, wat betekent dat de agent thuis werkt, of FALSE, wat betekent dat de agent niet thuis werkt.

Het aantal keren dat de dialer heeft geprobeerd het contact te bereiken.

Geeft aan of de agent momenteel beschikbaar is. De waarde is 0 (niet beschikbaar) of 1 (beschikbaar).

De totale tijd die de agent, skill, team, of campagne in een beschikbare status heeft gestaan, wachtend om een ander contact af te handelen.

De gemiddelde tijd in minuten of seconden die de agent, skill, team, of campagne bezig is geweest met het afhandelen van elk inbound oproep.

De gemiddelde tijd in minuten of seconden die de agent, skill, team, of campagne bezig is geweest met het afhandelen van elke outbound oproep.

De gemiddelde tijd in minuten die contacten in de skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent hebben doorgebracht op de aangegeven datum. Het systeem berekent deze waarde door de totale tijd die contacten op de aangegeven datum in deze skill in het systeem hebben doorgebracht, te delen door het totaal aantal contacten in de skill op die dag.

De eerste dag van de factureringsmaand.

De datum en tijd waarop de oproep is geblokkeerd. De gebruikte notatie is MM/DD/JJJJ UU:MM, 24-uurs tijd.

Geeft aan dat de bedrijfseenheid is geconfigureerd voor Digital Engagement (hiervoor moet u beschikken over Digital First Omnichannel). Voor meer informatie over Digital First Omnichannel,kunt u uw CXone-accountmanager raadplegen.

Het hoogst mogelijke bekwaamheidsniveau Een niveau van deskundigheid in een ACD-skill, dat u aan een individuele agent kunt toewijzen. Bekwaamheidsniveaus kunnen van 1 tot 20 lopen, waarbij 1 het hoogste niveau is. CXone ACD routeert interacties standaard naar de beschikbare agent met het hoogste bekwaamheidsniveau in de ACD-skill. een agent in de ACD-skill kan hebben om het contact te ontvangen.

Het laagst mogelijke bekwaamheidsniveau een agent in de ACD-skill kan hebben om het contact te ontvangen.

De id van de bedrijfseenheid waartoe de agent behoort.

De ID van de bedrijfseenheid.

De naam van de agent die een callback Contacten blijven in de wachtrij staan en worden automatisch teruggebeld zodra ze vooraan staan in de wachtrij. heeft gepland met dit contact, zoals opgegeven in het gebruikersprofiel van de agent.

De unieke, door het systeem gegenereerde ID van de agent die een callback Contacten blijven in de wachtrij staan en worden automatisch teruggebeld zodra ze vooraan staan in de wachtrij. heeft gepland met dit contact.

De datum en tijd waarvoor de agent een callback Contacten blijven in de wachtrij staan en worden automatisch teruggebeld zodra ze vooraan staan in de wachtrij. met het contact heeft gepland. De gebruikte notatie is MM/DD/JJJJ UU:MM, 24-uurs tijd.

Het telefoonnummer waarop het contact door de agent wil worden teruggebeld.

De tijd in seconden die het contact heeft doorgebracht in de callback Contacten blijven in de wachtrij staan en worden automatisch teruggebeld zodra ze vooraan staan in de wachtrij.-status.

De tijdsduur in seconden van het gesprek met het contact.

De datum en tijd waarop de callback Contacten blijven in de wachtrij staan en worden automatisch teruggebeld zodra ze vooraan staan in de wachtrij. heeft plaatsgevonden. De gebruikte notatie is MM/DD/JJJJ UU:MM, 24-uurs tijd.

Het telefoonnummer dat een contact te zien krijgt wanneer een agent vanaf dat station belt.

Het telefoonnummer dat het contact te zien krijgt als het nummer van uw contactcenter (beller-ID).

Als het contact een callback Contacten blijven in de wachtrij staan en worden automatisch teruggebeld zodra ze vooraan staan in de wachtrij. heeft aangevraagd: de datum en tijd waarop het systeem begint met proberen het contact terug te bellen. De gebruikte notatie is MM/DD/JJJJ UU:MM, 24-uurs tijd.

De naam van de campagne Een groep van skills die wordt gebruikt voor trendrapporten. waartoe de skill behoort.

Het unieke, automatisch gegenereerde ID van de campagne waartoe de skill behoort.

De datum en tijd waarop de skill of het station voor het laatst is gewijzigd. De gebruikte notatie is MM/DD/JJJJ UU:MM, 24-uurs tijd.

De tijd in seconden dat een agent inactief kan zijn in een actieve chat voordat de verbinding automatisch wordt verbroken, zoals gespecificeerd in het gebruikersprofiel van de agent.

De client die de agent gebruikt. Voorbeelden zijn MAX, Salesforce Agent en Studio.

De campagne, de skill, het team, de agent of een ander veld dat is gewijzigd.

Geeft aan of een agent verplicht is om opmerkingen toe te voegen bij het toepassen van de dispositie Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie..

Een boolean-waarde die aangeeft of de record naleving vereist (TRUE) of geen naleving vereist (FALSE).

De tijd in seconden die het contact in een conferentie heeft doorgebracht.

Een boolean-waarde die aangeeft of de record vereist dat de agent de oproep accepteert of afwijst (TRUE) of dat de agent niet eerst een keuze hoeft te maken (FALSE).

De waarde of een beschrijving van het contactpunt, zoals het telefoonnummer of e-mailadres dat het contact gebruikt om verbinding te maken met een agent.

De aanleveringswijze van het contact, indien het contact naleving vereist. Als ComplianceRecord is ingesteld op TRUE, is dit een van de volgende waarden:

• Geen: het systeem levert het contact niet omdat dit naleving vereist.
• ClickToCall: de agent moet eerst op een knop klikken om contacten te bellen die naleving vereisen.
• ManualDialWithKeypad: de agent moet handmatig nummers invoeren van contacten die naleving vereisen.
• ManualDialWithKeypadAutoCorrect: de agent moet handmatig nummers invoeren van contacten die naleving vereisen, maar het systeem corrigeert het nummer automatisch als de agent het verkeerd invoert.
• DialOutsideNICEinContactNetwork: de agent moet contacten bellen die naleving vereisen buiten de platform.

De reden waarom het contact is beëindigd, zoals afgebroken door agent, contact geweigerd of contact afgehandeld.

De unieke, door het systeem gegenereerde ID van het contact.

De unieke naam van het contact.

De datum waarop de skill is gemaakt.

De aangepaste velden die zijn toegewezen aan de agent, zoals gespecificeerd in het gebruikersprofiel op het tabblad Gebruikerseigenschappen.

De naam van de variabele die het script heeft gepubliceerd.

De waarde die is gekoppeld aan de variabele die het script voor het contact heeft gepubliceerd. Dit veld bevat maximaal 400 tekens.

De datum binnen de opgegeven periode waarop de gebeurtenissen in de rij hebben plaatsgevonden. De gebruikte notatie is: MM/DD/YYYY.

De datum en tijd waarop het contact voor het laatst is gebeld. De gebruikte notatie is MM/DD/JJJJ UU:MM, 24-uurs tijd.

De datum en tijd waarop de dialer het contact voor het laatst heeft bereikt. De gebruikte notatie is MM/DD/JJJJ UU:MM, 24-uurs tijd.

De dag tijdens de opgegeven factureringsmaand waarop de agent een digitale skill heeft gekregen.

De datum waarop de agent een spraakskill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent kreeg. Wanneer deze datum de eerste dag van de factureringsmaand is, is het ook mogelijk dat de agent al tijdens een eerdere maand een spraakskill heeft gekregen. Geen datum betekent dat de agent geen spraakskill heeft.

De unieke, door het systeem gegenereerde ID van de skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent die is gekoppeld aan het contactpunt.

Een boolean-waarde die aangeeft of het contact is (of zal worden) aangeleverd als een agentspecifieke callback Contacten blijven in de wachtrij staan en worden automatisch teruggebeld zodra ze vooraan staan in de wachtrij. (Waar) of niet (Onwaar).

Een boolean-waarde die aangeeft of het contact is (of zal worden) aangeleverd als een callback Contacten blijven in de wachtrij staan en worden automatisch teruggebeld zodra ze vooraan staan in de wachtrij. (Waar) of niet (Onwaar).

Een boolean-waarde die aangeeft of de record aan een agent is aangeleverd als een nalevingsrecord (Waar) of als een gewone record (Onwaar).

Een boolean-waarde die aangeeft of de record aan een agent is aangeleverd met vereiste acceptatie (Waar) of zonder (Onwaar).

Een boolean-waarde die aangeeft of het contact is (of zal worden) aangeleverd als een contact met prioriteit Een skillgebaseerde indicatie van het belang van een contact, die de aanleveringsvolgorde bepaalt. (Waar) of zonder prioriteit (Onwaar).

Het label dat hoort bij de agentstatuscode of contactpunt.

De richting van het contact: inbound of outbound.

Het aantal minuten dat een ingelogde agent bij het station inactief kan zijn voordat de verbinding automatisch wordt verbroken.

Opmerkingen over het contact die de agent heeft ingevoerd tijdens het toepassen van de dispositie Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie..

De volgorde waarin de dispositie Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie. tijdens het nawerk wordt weergegeven in de lijst met beschikbare disposities voor de skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent.

De unieke ID die hoort bij de dispositie Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie. toegewezen aan de skill of het contact. Zie Waarden van systeemdisposities voor een lijst van de systeemdispositiecodes en de bijbehorende disposities.

De unieke ID die hoort bij de dispositie Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie. toegewezen aan de skill of contact.

Het contactpunt dat wordt gebruikt om het systeem binnen te komen. Dit kan een telefoonnummer, e-mailadres of chatcode zijn.

Het totaal aantal seconden dat de agent die dag in de betreffende status Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie. heeft doorgebracht.

Het totaal aantal seconden dat de agent die dag in de betreffende status Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie. heeft doorgebracht.

Het e-mailadres van de agent.

Het dienstverbandtype van de agent, zoals gespecificeerd in het gebruikersprofiel op het tabblad Gebruikerseigenschappen. Mogelijke waarden zijn: Fulltime, Parttime, Tijdelijk, Detachering of Overige.

De tijd waarop de agent de status heeft verlaten die wordt aangegeven door de StateIndex. De gebruikte notatie is: MM/DD/YYYY HH:MM.

De tijd waarop het contact is beëindigd. De indeling is als volgt: UU:MM:SS.

De datum waarop de gebeurtenis plaatsvond.

Toont het type monitoringgebeurtenis. De meest voorkomende typen zijn Monitor, Coach, Overname en Meepraten.

De unieke ID die is toegewezen aan de contactrecord in de oproeplijst.

De huidige status van de record. Kan aangeven dat het contact is afgerond of nog steeds actief is.

De voornaam van de agent. Voor toezeggingen: de tekst die door de agent in het veld Voornaam is ingevoerd.

Het telefoonnummer dat het contact heeft gebeld toen de oproep werd geblokkeerd.

De voor- en achternaam van de agent die het contact weigerde.

De code die overeenkomt met het halfuur van de dag waarin de activiteit plaatsvond. Elk halfuur is genummerd van 1 tot 48, te beginnen met 1 voor 0:00–0:30 en eindigend met 48 voor 23:30–0:00.

Geeft aan of er momenteel een skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent voor spraak aan de agent is toegewezen.

Het totaal aantal contacten dat door de agent, skill, team, of campagne in de wachtstand is gezet en de verbinding heeft verbroken voordat het gesprek kon worden hervat.

De datum van indiensttreding van de agent, zoals gespecificeerd in het gebruikersprofiel op het tabblad Gebruikerseigenschappen.

De wervingsbron van de agent, zoals gespecificeerd in het gebruikersprofiel op het tabblad Gebruikerseigenschappen.

De tijd in seconden die het contact in de wacht heeft gestaan.

Het nummer van het uur van de dag dat de gebeurtenissen in de rij plaatsvonden, genummerd 1–24. De nummering begint met 0:00—1:00 uur (als uur nummer 1) en eindigt met 23:00—0:00 uur (als uur nummer 24).

Het uurloon van de agent, zoals gespecificeerd in het gebruikersprofiel op het tabblad Gebruikerseigenschappen.

De agent-ID van de agent die het veld oorspronkelijk heeft gemaakt.

Het totaal aantal inbound contacten dat de agent, skill, team, of campagne gedurende de aangegeven tijdsperiode heeft afgehandeld.

De totale hoeveelheid tijd die de agent heeft besteed aan het afhandelen van inbound contacten gedurende de aangegeven tijdsperiode.

De tijd in seconden die de agent heeft doorgebracht in de niet-beschikbaarheidscode Inbound in behandeling.

Het percentage van de totale tijd dat de agent, skill, team, of campagne bezig is geweest met het afhandelen van contacten. De formule is (ACD_Time + Outbound_Time) /Total_Time.

De supervisor die de gebeurtenis heeft geïnitieerd.

Het ID-nummer van de supervisor die de gebeurtenis heeft geïnitieerd.

De tijd in seconden die het contact in de wachtrij heeft doorgebracht.

Het totaal aantal contacten dat op de aangegeven datum de skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent is binnengekomen en dat binnen de SLA is afgehandeld.

De tijdsduur in seconden van de laatste oproep die de dialer naar het contact heeft gestart.

De datum en tijd waarop de agent voor het laatst is ingelogd op het systeem. De gebruikte notatie is: MM/DD/YYYY HH:MM (24-uurs systeem).

De datum en tijd waarop een agent voor het laatst is ingelogd op het station. De gebruikte notatie is MM/DD/JJJJ UU:MM, 24-uurs tijd.

De achternaam van de agent. Voor toezeggingen: de tekst die door de agent in het veld Achternaam is ingevoerd.

De locatie van de agent, zoals gespecificeerd in het gebruikersprofiel op het tabblad Gebruikerseigenschappen.

Geeft aan of de oproep al dan niet is gelogd. De mogelijke waarden zijn:

• J: de oproep is geregistreerd
• N: de oproep is niet geregistreerd

De datum en tijd waarop de agent heeft ingelogd op de sessie. De datum volgt de notatie MM/DD/YYYY en de tijd volgt de notatie UU:MM, 12-uurs notatie. De aangegeven tijd is de tijd in uw tijdzone.

De datum en tijd waarop een agent voor het laatst is ingelogd op het opgegeven station.

De datum en tijd waarop de agent heeft uitgelogd bij de sessie. De datum volgt de notatie MM/DD/YYYY en de tijd volgt de notatie UU:MM, 24-uurs notatie. De aangegeven tijd is de tijd in uw tijdzone.

De identificatiecode voor de status van het logboek. Mogelijke waarden: 0 (eerste vermelding in het logboek), 1 (tussenliggende items), 2 (laatste vermelding in het logboek).

De langste tijd in seconden die een contact in de wachtrij heeft doorgebracht in het aangegeven uur voor de aangegeven skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent.

De unieke, door het systeem gegenereerde ID van de master of bovenliggende ID van de contactinteractie. Een mastercontact-ID kan een groot aantal onderliggende contact-ID's Een unieke numerieke identificatiecode die aan een contact is toegewezen hebben. Een nieuwe mastercontact-ID wordt toegewezen als een klant 10 of meer keer is doorgeschakeld.

Het mediatype (kanaal Een manier waarop contacten kunnen communiceren met agents of bots, zoals spraak (telefoon), e-mail, chat, social media enzovoort.) .

Dit veld is gereserveerd voor toekomstig gebruik.

Het gebruikte mediatype. Mogelijke waarden zijn:

• E-mail.
• Fax.
• Chat.
• Telefoongesprek.
• Voicemail.
• Werkitem Aanpasbare methode voor het aanleveren van contacten bij agents via Studio-scripts..
• Sms.
• Sociale media.
• Digitaal.

De tweede voornaam van de agent.

De agent-ID van de agent die de wijziging heeft aangebracht.

De datum en tijd waarop het profiel voor het laatst is gewijzigd. De gebruikte notatie is: MM/DD/YYYY HH:MM (24-uurs systeem).

De naam van de agent die de wijziging heeft aangebracht.

De waarde van het veld na de wijziging.

Databasegebeurtenissen voor Skillbeheer.

De NT-inlognaam van de agent, zoals gespecificeerd in het gebruikersprofiel op het tabblad Gebruikerseigenschappen.

Het nummer dat het contact door de agent wil laten gebruiken voor de callback Contacten blijven in de wachtrij staan en worden automatisch teruggebeld zodra ze vooraan staan in de wachtrij..

De waarde van het veld vóór de wijziging.

De naam van de agent die in eerste instantie interactie had met het contact.

De skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent waarmee het contact oorspronkelijk verbonden was.

De ID van de agent aan wie een interactie oorspronkelijk is aangeleverd.

Het totaal aantal outbound contacten dat de agent, skill, team, of campagne gedurende de aangegeven tijdsperiode heeft afgehandeld.

De unieke externe ID die is toegewezen aan de record in de oproeplijst.

De tijd in seconden die de agent heeft doorgebracht in de niet-beschikbaarheidscode Outbound in behandeling.

Een getal dat aangeeft of de skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent inbound of outbound is. Een waarde van 0 geeft een inbound skill aan en de waarde 1 geeft een outbound skill aan.

De totale tijd in minuten of seconden die de agent, skill, team, of campagne bezig is geweest met het afhandelen van outbound oproepen.

Het totaal aantal contacten dat op de aangegeven datum de skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent is binnengekomen en dat buiten de SLA is afgehandeld.

De reden waarom de agent niet beschikbaar is.

De unieke, door het systeem gegenereerde ID van de niet-beschikbaarheidscode die is gekoppeld aan de reden waarom een agent niet beschikbaar is.

De parameters die zijn gekoppeld aan de meldingsgebeurtenis (indien van toepassing), zoals agent-ID of kanaaltype.

Het telefoonnummer van het contact zoals gespecificeerd in de oproeplijst.

De tijd in seconden dat een agent inactief kan zijn in een actieve oproep voordat de verbinding automatisch wordt verbroken, zoals gespecificeerd in het gebruikersprofiel van de agent.

De unieke, door het systeem gegenereerde ID van het contactpunt.

De waarde of een beschrijving van het contactpunt, zoals het telefoonnummer of e-mailadres.

De tijd in seconden die het contact aan de lijn is gebleven nadat de agent had opgehangen.

De tijd in seconden die het contact in de prequeue heeft doorgebracht.

De tijd in seconden die de agent heeft besteed aan het bekijken van preview-berichten voordat de agent het contact accepteerde of weigerde. Dit is alleen van toepassing op preview-skills.

Een boolean-waarde die aangeeft of het contact een prioriteitsrecord Een skillgebaseerde indicatie van het belang van een contact, die de aanleveringsvolgorde bepaalt. is die moet worden geselecteerd vóór andere records (Waar), of niet (Onwaar).

Een getal dat het bekwaamheidsniveau aangeeft van de agent in de skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent. Dit is een geheel getal tussen 1 (hoogste bekwaamheid) en 20 (laagste bekwaamheid).

Een door komma's gescheiden lijst van alle waarden van de aangepaste velden die zijn toegewezen vanuit de oproeplijst.

Het medium dat de dialer gebruikt om contact te maken met het contact.

Een code die is gekoppeld aan het mediatype dat de dialer moet gebruiken om het contact te proberen. De nummers geven het volgende aan:

• 1: telefoongesprek

Het telefoonnummer waarop de dialer het contact zal proberen te bellen.

De unieke ID van de contactrecord, die door het systeem wordt toegewezen bij het uploaden van de oproeplijst voor intern gebruik.

De unieke, door het systeem gegenereerde ID van de oproeplijst vanwaaruit de record in het systeem is gekomen.

Een korte beschrijving van de omstandigheden achter de weigering van het contact door de agent. Het kan zijn dat de melding een timeout kreeg voordat de agent het contact kon accepteren, dat er een fout is opgetreden of dat de agent ervoor heeft gekozen het contact te weigeren. De mogelijke waarden zijn:

• Verkeerd nummer: het nummer waarmee de agent is ingelogd op Agent is ongeldig. Ga naar Beheren > Gebruikers om het nummer te controleren dat de agent heeft gebruikt om in te loggen. Open het profiel van de agent en klik op het tabblad Inloggeschiedenis.
• Bezet: de agent gebruikte de fysieke telefoon buiten het platform terwijl het platform probeerde een oproep bij de agent aan te leveren. Als dit bij een inbound oproep is gebeurd, betekent het meestal dat de agent is vergeten om een niet-beschikbare status Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie. te selecteren alvorens buiten het netwerk te gaan bellen. Het kan ook betekenen dat er geen beschikbare poorten zijn. Als dit gebeurde bij een outbound oproep, was meestal het gebelde nummer in gesprek.
• Contact reeds gerouteerd: CXone heeft geprobeerd om de oproep naar een agent te routeren nadat deze al bij een andere agent was aangeleverd via dynamische levering.
• Fout: de aanlevering van de oproep bij een agent is mislukt vanwege problemen met het telefoonnetwerk. Vaak treedt dit op als gevolg van een probleem met de fysieke telefoon of de telefoonmaatschappij. Mogelijk is validatie vanuit het platform vereist.
• Ongeldige oproeplink: een van de oproeplinks De periode waarin de CXone ACD verbonden blijft met een agent. Wordt geregeld door de instelling Timeout voor telefoonnummer bij Bedrijfseenheden > Details. viel weg of hing op toen de oproep werd aangeleverd bij de agent. Dit betekent dat de oproep is verbonden maar dat de agent tijdens het afspelen van de gesprekswachttoon heeft opgehangen of geannuleerd. Er zijn twee mogelijke oorzaken voor dit probleem: 1) Latentie vertraagt het verbinden van de oproep na de aanlevering. De agent denkt hierdoor dat de beller niets zegt en hangt daarom op, of 2) Timeout voor telefoonnummer in de bedrijfseenheidsinstellingen, of Station-timeout in de profielinstellingen van het station heeft dezelfde waarde als de Nawerk Toestand waarin een agent het werk afrondt na afloop van een interactie; ook wel ACW (after call work) of wrap-up genoemd-tijd voor een skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent.
• Geen antwoord: het platform kon verbinding maken met de telefoon van de agent en heeft geprobeerd de oproep aan te leveren. Dit gebeurt meestal doordat de agent geen niet-beschikbaarheidsstatus heeft geselecteerd. Het kan ook wijzen op connectiviteitsproblemen, zoals vertraging.
• Link mislukt: de poging om de agentlink te koppelen aan de lijn van de beller is mislukt. Probleemoplossing is vereist om de oorzaak te bepalen.
• Verbinding verbroken: de oproep heeft de agent bereikt, maar de verbinding met de agent werd verbroken voordat de oproep aan het contact was gekoppeld. Dit gebeurt vaak wanneer de verbinding tussen de agentlink en het platform wordt verbroken tijdens de routering van een oproep. Er zijn twee mogelijke oorzaken voor dit probleem: 1) Latentie vertraagt het verbinden van de oproep na de aanlevering. De agent denkt hierdoor dat de beller niets zegt en hangt daarom op, of 2) Timeout voor telefoonnummer in de bedrijfseenheidsinstellingen, of Station-timeout in de profielinstellingen van het station heeft dezelfde waarde als de Nawerk Toestand waarin een agent het werk afrondt na afloop van een interactie; ook wel ACW (after call work) of wrap-up genoemd-tijd voor een skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent.
• Time-out agentlink: er zijn 60 seconden verstreken na de oproepaanvraag. Dit geeft meestal aan dat er geen verbinding is gemaakt met het telefoonsysteem of de telefoonmaatschappij van de agent.
• N.v.t.: de reden past niet in een van de andere categorieën. De oproep wordt naar een andere agent gerouteerd, zoals bij andere oorzaakcodes. Deze reden komt zeer zelden voor.
• Oorzaakcode (Nul) 0: de reden past niet in een van de andere categorieën met redenen. Deze reden komt zeer zelden voor.

De naam van de persoon die de agent heeft aanbevolen, zoals gespecificeerd in het gebruikersprofiel op het tabblad Gebruikerseigenschappen.

Of de agent het contact al dan niet heeft geweigerd. J betekent dat de agent het contact heeft geweigerd. N betekent dat de agent het contact niet heeft geweigerd.

Het totaal aantal previewcontacten dat de agent, skill, team, of campagne op die datum heeft geweigerd.

De datum en tijd waarop de agent het contact heeft geweigerd. De gebruikte notatie is MM/DD/JJJJ UU:MM, 24-uurs tijd.

Informatie over toekomstige heraanstelling van de agent, zoals gespecificeerd in het gebruikersprofiel op het tabblad Gebruikerseigenschappen. Mogelijke waarden zijn: Komt in aanmerking en Komt niet in aanmerking.

De direct leidinggevende of supervisor van de agent.

De naam van het routeringsattribuut dat een agent moet hebben om het contact te ontvangen.

De tijd in seconden die nodig was om het contact naar een agent te routeren. Deze tijd is inbegrepen in de Tijd in wachtrij.

De dagen van de week die volgens het contact geschikt zijn voor de callback Contacten blijven in de wachtrij staan en worden automatisch teruggebeld zodra ze vooraan staan in de wachtrij.. Dit kan elke mogelijke combinatie zijn van:

• M: maandag
• T: dinsdag
• W: woensdag
• H: donderdag
• F: vrijdag
• S: zaterdag
• U: zondag

De datum en tijd waarop het systeem stopt met het proberen van de callback Contacten blijven in de wachtrij staan en worden automatisch teruggebeld zodra ze vooraan staan in de wachtrij.. De gebruikte notatie is MM/DD/JJJJ UU:MM, 24-uurs tijd.

De datum en tijd waarop het systeem zal beginnen met het proberen van de callback Contacten blijven in de wachtrij staan en worden automatisch teruggebeld zodra ze vooraan staan in de wachtrij.. De gebruikte notatie is MM/DD/JJJJ UU:MM, 24-uurs tijd.

De datum en tijd waarop het script dat is toegewezen aan de skill of contactpunt voor het laatst is gewijzigd. De gebruikte notatie is MM/DD/JJJJ UU:MM, 24-uurs tijd.

De unieke door het systeem gegenereerde ID die hoort bij het script dat is toegewezen aan de skill of contactpunt.

Het pad en de naam van het script dat is toegewezen aan de skill of contactpunt.

De unieke, door het systeem gegenereerde ID van de inlogsessie van de agent.

Het percentage van alle contacten die op de aangegeven datum de skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent zijn binnengekomen, dat binnen de SLA is afgehandeld.

De duur van de inlogsessie in seconden. Bijvoorbeeld: een duur van 3600 betekent dat de agent een uur ingelogd was. Het systeem berekent de duur van de sessie als een optelsom van de totale tijd van de agent in inbound en outbound contacten, in een niet-beschikbare status Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie. en in een beschikbare status.

De naam van de skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent waaraan de oproeplijst en de contactrecord zijn toegewezen.

De naam van de skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent.

De unieke, door het systeem gegenereerde ID van de skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent.

Een code die aangeeft of het contact binnen de vereiste SLA is afgehandeld. De volgende waarden zijn mogelijk:

• -1: het contact is nooit in de wachtrij gekomen. Deze code wordt bijvoorbeeld weergegeven als een contact is doorgeschakeld, of als het contact de oproep vanuit de wachtrij afbreekt voordat de drempelwaarde voor afbreking is bereikt.

• 0: een agent heeft het contact binnen het vereiste servicelevel afgehandeld.

• 1: een agent heeft het contact niet binnen het vereiste servicelevel afgehandeld.

Het streefpercentage van de contacten dat binnen de limietwaarde SLA_Seconds aan een agent moet worden aangeleverd.

Het maximum aantal seconden dat een contact in de wachtrij zou moeten wachten voordat het wordt aangeleverd bij een agent met deze skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent.

De inhoud van een bepaald bericht dat is verzonden via SMS.

Identificeert de agent of de klant die het SMS-bericht verzendt.

De datum en tijd waarop het SMS-bericht is verzonden.

Een boolean-waarde die aangeeft of de oproeplijst waaruit de contactrecord afkomstig is, momenteel actief (Waar) of inactief (Onwaar) is.

De naam van de oproeplijst vanwaaruit de record in het systeem is gekomen.

Een boolean-waarde die aangeeft of de oproeplijst waaruit de contactrecord afkomstig is, is verwijderd (Waar) of niet (Onwaar).

De datum binnen de gespecificeerde tijdsperiode waarop de gebeurtenissen in de rij begonnen plaats te vinden of het contact het systeem is binnengekomen. De gebruikte notatie is: MM/DD/YYYY.

De tijd op de Start_Date waarop de gebeurtenissen in de rij begonnen plaats te vinden of het contact het systeem is binnengekomen. De gebruikte notatie is: HH:MM:SS.

Identificatiecode voor de status waarin de ingelogde agent zich bevond.

Het telefoonnummer van een inkomend contact op een bepaald station.

De unieke, door het systeem gegenereerde ID van het agentstation.

De naam van het agentstation.

Het telefoonnummer dat de agent heeft gebruikt om in te loggen op het station. De notatie voor het telefoonnummer is: internationale code plus netnummer plus abonneenummer, met optioneel een plusteken (+) aan het begin voor internationale nummers.

Of de agentstatuscode, mediatype, station, agent, campagne, skill, team, of contactpunt momenteel actief (CURR) of inactief (DISC) is.

De ID van de systeemdispositie Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie. die aan het contact is toegewezen. Zie Systeemwaarden voor disposities voor een volledige lijst van beschikbare systeemdisposities.

De naam van de systeemdispositie die aan het contact is toegewezen. Zie Systeemwaarden voor disposities voor een volledige lijst van beschikbare systeemdisposities Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie..

Het object waarvoor het veld is gewijzigd. Bijvoorbeeld een beveiligingsprofiel, een agent of een team.

Een door komma's gescheiden lijst van tags die de agent aan het contact heeft toegewezen.

De unieke, door het systeem gegenereerde ID van de agent aan wie de dialer als eerste probeert het contact aan te leveren, voordat andere agents aan de beurt komen.

De naam van de agent aan wie de dialer als eerste probeert het contact aan te leveren, voordat andere agents aan de beurt komen.

De ID van de agent waarop de gebeurtenis is gericht.

De naam van het team waartoe de agent behoort.

De unieke, door het systeem gegenereerde ID van het team waartoe de agent behoort.

De einddatum van het dienstverband van de agent, zoals gespecificeerd in het gebruikersprofiel op het tabblad Gebruikerseigenschappen.

Het tijdstip waarop het contact voor het eerst een interactie heeft gehad met een agent.

Het tijdstip waarop het contact is doorgeschakeld naar een andere agent.

De tijdzone van de agent, zoals gespecificeerd in het gebruikersprofiel van de agent.

Het telefoonnummer dat het contact had gebeld toen de oproep werd geblokkeerd.

Het totaal aantal contacten dat de skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent is binnengekomen op de aangegeven datum.

De totale tijd in minuten of seconden de agent of het contact in in het NICE CXone systeem op de aangegeven datum.

De totale tijd in seconden die het contact op de opgegeven datum ingelogd is geweest op het NICE CXone-systeem. Dit wordt berekend door de tijden op te tellen van alle contactstatussen voor alle contacten die het IVR-menu binnenkomen, plus de Nawerktijd Toestand waarin een agent het werk afrondt na afloop van een interactie; ook wel ACW (after call work) of wrap-up genoemd.

De naam van de agent naar wie het contact is doorgeschakeld.

De skill Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent waarnaar het contact is doorgeschakeld.

Het type doorschakeling dat heeft plaatsgevonden. Het systeem genereert een van de volgende categorieën:

• Oorspronkelijk contact – niet doorgeschakeld
• Skilldoorschakeling
• Transfer door agent of agentdoorschakeling
• Overleg-doorschakeling

Niet alle doorschakelingen vallen onder een van deze categorieën. Als een doorschakeling niet in een van deze categorieën valt, is dit veld leeg.

De totale tijd in minuten of seconden de agent, skill, team, of campagne in een niet-beschikbaarheidsstatus is geweest, en niet in staat was om nog een contact af te handelen.

De tijd dat de wijziging in de routeringscriteria plaatsvond.

Geeft aan of een agent opmerkingen kan toevoegen bij het toepassen van de dispositie Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie..

De gebruikersnaam van de agent, of het gedeelte vóór de '@' in de inlognaam van de agent.

De tijd in seconden dat een agent inactief kan zijn in een actieve oproep voordat de verbinding automatisch wordt verbroken.

De tijd in seconden die een verbonden agent heeft gewacht op een antwoord van een contact.

Het weeknummer waarin de gebeurtenissen in de rij plaatsvonden, genummerd van 1 tot en met 52. De eerste week van januari is bijvoorbeeld week 1.

Het nummer van de dag in de week dat de gebeurtenissen in de rij plaatsvonden, genummerd van 1 tot en met 7. Het begint met zondag als dag 1 en eindigt met zaterdag als dag 7. Maandag is bijvoorbeeld dag 2 van de week.

Geeft aan of de agent momenteel een contact afhandelt. De mogelijke waarden zijn: 0 (niet werkend), 1 (in een inbound contact), 2 (in een outbound contact), 3 (in een outbound overleg) of 4 (in een inbound overleg).