Bellen met Proactive Voice configureren

Voer de onderstaande configuratietaken uit als u deze nodig hebt voor uw systeem

Previewbellen inschakelen

Vereiste machtigingen: Externe bedrijfseenheid Bewerken, Skills Bewerken

Bij previewbellen moeten agents een contact eerst accepteren voordat Personal Connection (PC) het contact opbelt. U kunt previewbellen inschakelen voor elke door agents afgehandelde Proactive Voice ACD-skillGesloten Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent.

  1. Als u dit nog niet hebt gedaan, configureer dan eerst de instellingen voor previewbellen van uw bedrijfseenheidGesloten Een organisatorische eenheid die wordt gebruikt om technische ondersteuning, facturering en globale instellingen voor uw CXone-omgeving te beheren.

    1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

    2. Ga naar ACD-configuratie > Bedrijfseenheden.

    3. Klik op de bedrijfseenheid die u wilt bewerken.

    4. Klik in het tabblad Details op Bewerken.

    5. Blader omlaag naar het gedeelte Outbound-strategie.
    6. Blader omlaag naar het gedeelte Ingeschakelde previewmethoden en selecteer alle belmethoden die u wilt toestaan voor previewbellen. Alle typen die u hier inschakelt, komen beschikbaar in de instellingen van ACD-skills, zodat u previewbellen kunt configureren voor elke ACD-skill.

    7. Als er voor uw bedrijfseenheid meerdere methoden voor previewbellen zijn ingeschakeld, selecteer dan de Standaard aanleveringswijze met bevestiging die een ACD-skill moet gebruiken voor previewbellen indien er geen andere belmethode is gespecificeerd.
    8. Als u het ACD-skill-veld Standaardactie bij preview wilt instellen op Terug in wachtrij voor alle ACD-skills, selecteer dan de optie Preview-timeout tonen. Deze optie zorgt ervoor dat alle oproepen met nalevingsverplichting automatisch terug in de wachtrij worden geplaatst als de agent de oproep niet binnen de opgegeven timeoutperiode accepteert of start. Als deze optie is ingeschakeld, kunt u deze instelling niet wijzigen op het niveau van afzonderlijke ACD-skills.
    9. Klik op Gereed.
  2. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

  3. Ga naar Contactinstellingen > ACD-skills.

  4. Klik op de ACD-skill die u wilt bewerken.

  5. Als u nog geen schermpopups voor de ACD-skill hebt ingeschakeld, klik dan in het tabblad Details op Bewerken. Selecteer Schermpopups gebruiken. Klik op Gereed.

  6. Klik op het tabblad Parameters.
  7. Ga naar het gedeelte Aanleveringsvoorkeuren en klik op Configureren of op Bewerken.

  8. Schakel onder Preview-instellingen het selectievakje Contacten verwerken als preview vereist in.

  9. Configureer de overige gewenste instellingen voor uw ACD-skill voor previewbellen.

  10. Klik op Gereed.

  11. Als u Uitstellen hebt ingesteld als een van de Opties voor agents, dan kunt u de standaard uitsteltijd van 15 minuten als volgt aanpassen:

    1. Klik in de instellingen van de ACD-skill op Parameters. Klik bij Herhalingsinstellingen op Configureren of op Bewerken.

    2. Klik op Herhalen - uitstellen in het gedeelte Herhalingenbeheer.

    3. Stel in het venster Herhalingsinstellingen bewerken de velden Wachttijd voor herhalen in op de tijd die u wilt laten verstrijken voordat PC een uitgestelde oproep opnieuw aanlevert. U kunt een of meer van deze velden gebruiken om de wachttijd in te stellen. Klik op OK.

    4. Klik op Gereed.
  12. Als u Dispositie hebt geselecteerd als een van de Opties voor agents, dan moet u de previewdisposities maken en toewijzen aan de ACD-skill. Dit doet u als volgt:

    1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

    2. Ga naar Contactinstellingen > Disposities.

    3. Klik op Nieuwe maken.
    4. Geef de dispositie een beschrijvende Dispositienaam en schakel het selectievakje Previewdispositie in.

    5. Selecteer een Classificatie voor de dispositie.

    6. Klik op Dispositie maken.
    7. Ga verder met het maken van de previewdisposities die u beschikbaar wilt stellen aan agents met deze ACD-skill.
    8. Als u er nog geen hebt, moet u een niet-beschikbaarheidscode maken die u aan de agent kunt toewijzen tijdens het nawerk.

      1. Klik op de app-kiezer en selecteer ACD.
      2. Ga naar ACD-instellingen > Niet-beschikbaarheidscodes.
      3. Klik op Nieuwe maken.
      4. Typ de naam van de code in het veld Naam voor niet-beschikbaarheidscode.
      5. Selecteer Nawerk.
      6. Als u de standaardperiode (120 minuten) wilt veranderen die een agent in een niet-beschikbaarheidsstatus kan doorbrengen voordat de status automatisch wordt aangepast, voert u het gewenste aantal minuten in bij Agent-timeout (min.).
      7. Klik op Niet-beschikbaarheidscode maken.

    9. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

    10. Ga naar Contactinstellingen > ACD-skills.

    11. Klik op het tabblad Nawerk.
    12. Selecteer Dispositie als het Nawerktype.
    13. Selecteer een Status en selecteer ofwel Vereist, ofwel zowel Timeout-status als Tijdslimiet.

    14. Klik op het tabblad Preview onder Aan deze skill toegewezen disposities.
    15. Selecteer in de lijst 'Selecteer disposities voor gebruik met deze skill' alle previewdisposities die u voor deze ACD-skill wilt inschakelen en klik op Toevoegen.
    16. Klik op Opslaan.

Schermpopups inschakelen

Vereiste machtigingenSkills Bewerken

Voor de voorspellende en progressieve belmethoden van Personal Connection (PC) Proactive Voice kunt u de standaard PC-schermpopups configureren. Alle toegewezen oproeplijstvelden worden in een vooraf bepaalde volgorde weergegeven. U kunt gebruikersvriendelijke namen toekennen aan de geselecteerde veldnamen. Elke volgende schermpopup wordt in hetzelfde venster weergegeven, in plaats van telkens een nieuw venster te maken.

U kunt ook een aangepaste schermpopup ontwerpen in Studio. Zie de Studio Help of neem contact op met uw accountmanager bij NICE CXone als u hulp nodig hebt bij het maken van het script.

Als u een script toewijst aan uw PC ACD-skillGesloten Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent, kunt u de standaard systeemervaring voor schermpopups niet gebruiken. U moet in plaats daarvan een aangepaste schermpopup-ervaring maken in het aangepaste script voor de ACD-skill.

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

  2. Ga naar Contactinstellingen > ACD-skills.

  3. Klik op de ACD-skill die u wilt bewerken.

  4. Klik in het tabblad Details op Bewerken.

  5. Selecteer in het gedeelte Schermpopups de optie Schermpopups gebruiken en selecteer een Triggergebeurtenis uit de vervolgkeuzelijst. De Triggergebeurtenis bepaalt wanneer de schermpopup verschijnt. U kunt kiezen uit Gekoppeld (de oproep is aan de agent gekoppeld, maar het contact heeft de telefoon nog niet opgenomen); Verbinding (de telefoon is opgenomen, maar de oproepverloopanalyse heeft nog niet vastgesteld of het contact een persoon of een antwoordapparaat is); of Actief (de oproepverloopanalyse heeft vastgesteld dat het contact een persoon is).

  6. Klik op Gereed.

  7. Als u één of twee aangepaste velden in de schermpopups wilt laten weergeven, doet u het volgende:

    1. Als u dit nog niet hebt gedaan, moet u nu de aangepaste velden maken die u wilt weergeven in de schermpopups en deze velden toewijzen aan kolommen in uw oproeplijsten.

      1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

      2. Ga naar Lijsten > Aangepaste gegevensdefinities.

      3. Klik op Nieuwe maken.

      4. Voer een Veldnaam in. Geef een aangepast veld nooit dezelfde naam als een systeemveld. Als u van plan bent het veld zichtbaar te maken voor agents, maak de naam dan goed leesbaar door spaties toe te voegen. Als u dit veld wilt gebruiken als een scriptvariabele, kunt u geen spaties invoegen. Als u het veld als scriptvariabele wilt gebruiken en ook zichtbaar wilt maken voor agents, kunt u onderstrepingstekens (_) in plaats van spaties gebruiken om de leesbaarheid te verbeteren, of twee toewijzingen maken voor hetzelfde veld.

      5. Selecteer een Type voor het veld.
      6. Als u een standaardwaarde voor het veld wilt instellen en het geselecteerde Type standaardwaarden ondersteunt, dan voert u hier de Standaardwaarde in. De waarde die u hebt ingevoerd, wordt gebruikt voor alle records waarin geen waarde voor dit veld is opgegeven.

      7. Als het geselecteerde Type hiervoor ondersteuning biedt en u wilt voorkomen dat het systeem een standaardwaarde toekent aan contacten waarvoor geen waarde is toegewezen aan dit veld, selecteert u de optie Waarde vereist.

      8. Klik op Toevoegen.

    2. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

    3. Ga naar Contactinstellingen > ACD-skills.

    4. Klik op de ACD-skill die u wilt bewerken.

    5. Klik op het tabblad Parameters.

    6. Klik op Bewerken of Configureren voor Lijstbeheer.
    7. Gebruik de vervolgkeuzelijst om het aangepaste veld te selecteren dat u wilt weergeven als Weergaveveld 1. Als u nog een aangepast veld wilt instellen, selecteer dan een ander veld als Weergaveveld 2.

    8. Klik op Gereed.

Prioriteitsblending inschakelen

Vereiste machtigingenExterne bedrijfseenheid Bewerken en Skills Bewerken

Bij Prioriteitsblending kunnen agents oproepen ontvangen van alle in aanmerking komende ACD-skillsGesloten Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent die aan hen zijn toegewezen, inbound of outbound, op basis van de relatieve ACD-skill-prioriteitGesloten Een skillgebaseerde indicatie van het belang van een contact, die de aanleveringsvolgorde bepaalt.. Bij Personal Connection (PC) ACD-skills die met de voorspellende belmethode zijn geconfigureerd, kunnen agents aan meerdere oproepen worden toegewezen, net als bij een niet-blended ACD-skill voor voorspellend bellen.

Elke ACD-skill die blended moet zijn, moet worden geconfigureerd voor prioriteitsblending. Agents kunnen bij PC ACD-skills met prioriteitsblending niet inloggen zoals bij niet-blended PC ACD-skills. In plaats daarvan levert CXone oproepen aan op basis van de prioriteiten van de ACD-skills. CXone vraagt de agent om handmatig in te loggen op die niet-blended skills. Anders worden outbound oproepen aan de agent toegewezen, indien dit de taak met de eerstvolgende prioriteit is. Als een agent inlogt bij een niet-blended ACD-skill, kan de agent niet deelnemen aan prioriteitsblending.

Wanneer de agentapplicatie overschakelt tussen inbound en outbound oproepen, krijgen de agents hiervan een visuele indicatie. De twee oproeprichtingen hebben verschillende kleuren en een agent kan de wachtrijniveaus voor inbound ACD-skills zien tijdens het afhandelen van outbound oproepen.

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

  2. Ga naar ACD-configuratie > Bedrijfseenheden.

  3. Klik op de bedrijfseenheid om deze te openen.

  4. Klik in het tabblad Details op Bewerken.

  5. Selecteer in het gedeelte Outbound-strategie het selectievakje Prioriteitsblending voor outbound skills met inbound wachtrijen inschakelen.

  6. Klik op Gereed.

  7. Als de ACD-skill waarvoor u blending wilt inschakelen actief is, moet u de ACD-skill stoppen.

    1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

    2. Ga naar Outbound > Skillbeheer.

    3. Klik op de ACD-skill. Klik op Stop.
  8. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

  9. Ga naar Contactinstellingen > ACD-skills.

  10. Klik op de ACD-skill om deze te openen.

  11. Klik in het tabblad Details op Bewerken.

  12. Selecteer Prioriteitsblending inschakelen. Configureer de optie Startprioriteit in het gedeelte Prioriteitsbeheer in de wachtrij. Omdat u outbound skills niet hoeft te bespoedigen, stelt u Maximumprioriteit in op dezelfde waarde als Startprioriteit en stelt u Bespoediging in op 0. Pas zo nodig de instellingen Startprioriteit voor prioriteitsrecords en Prioriteit voor opnieuw geplande records aan.

  13. Klik op Gereed.

Selecteren op bekwaamheid inschakelen

Vereiste machtigingen: Skills Bewerken en Selecteren op bekwaamheid Bewerken

Personal Connection (PC) verdeelt de oproepen over de agents op basis van verschillende factoren, waaronder de wachttijd van de agent, het huidige aantal gelijktijdige oproepen en (optioneel) het bekwaamheidsniveau van de ACD-skillGesloten Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent. U kunt het gewicht van deze factoren aanpassen om te regelen hoe PC bepaalt welke agent de volgende oproep krijgt.

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

  2. Ga naar ACD-configuratie > Bedrijfseenheden.

  3. Klik op de bedrijfseenheidGesloten Een organisatorische eenheid die wordt gebruikt om technische ondersteuning, facturering en globale instellingen voor uw CXone-omgeving te beheren om deze te openen.

  4. Klik in het tabblad Details op Bewerken.

  5. Selecteer in het gedeelte Outbound-strategie de optie Selecteren op bekwaamheid inschakelen. U kunt de standaardinstellingen van de factoren voor de oproepverdeling wijzigen, maar wees voorzichtig. Overleg met uw accountmanager bij NICE CXone voordat u deze standaardwaarden aanpast.
  6. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

  7. Ga naar Contactinstellingen > ACD-skills.

  8. Klik op de ACD-skill.

  9. Klik op het tabblad Parameters.

  10. Klik op Bewerken voor Algemene instellingen.
  11. Selecteer onder Algemene tempo-instellingen de optie Selecteren op bekwaamheid inschakelen. De instellingen van de factoren voor de oproepverdeling worden weergegeven. U kunt de standaardinstellingen wijzigen, maar wees voorzichtig. Overleg met uw accountmanager bij NICE CXone voordat u deze standaardwaarden aanpast.

  12. Klik op Gereed.

Disposities voor Personal Connection-skills configureren

Vereiste machtigingen: Disposities Maken, Niet-beschikbaarheidscodes Maken en Skills Bewerken

  1. Als u dit nog niet hebt gedaan, maak dan de dispositiesGesloten Resultaat dat wordt toegewezen door de agent of het systeem aan het einde van een spraakinteractie (dispositie) of digitale (status)interactie. die u beschikbaar wilt stellen aan agents om toe te passen op interacties van deze ACD-skillGesloten Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent:
    1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

    2. Ga naar Contactinstellingen > Disposities.

    3. Klik op Nieuwe maken.
    4. Geef de dispositie een unieke Dispositienaam en selecteer een Classificatie.

    5. Klik op Dispositie maken.
    6. Ga door met het maken van disposities totdat u alle disposities hebt die u op de ACD-skill wilt toepassen.
  2. Als u dit nog niet hebt gedaan, definieert u een niet-beschikbaarheidscode voor de status van agents die disposities toepassen:

    1. Klik op de app-kiezer en selecteer ACD.
    2. Ga naar ACD-instellingen > Niet-beschikbaarheidscodes.
    3. Klik op Nieuwe maken.
    4. Typ de naam van de code in het veld Naam voor niet-beschikbaarheidscode.
    5. Selecteer Nawerk.
    6. Als u de standaardperiode (120 minuten) wilt veranderen die een agent in een niet-beschikbaarheidsstatus kan doorbrengen voordat de status automatisch wordt aangepast, voert u het gewenste aantal minuten in bij Agent-timeout (min.).
    7. Klik op Niet-beschikbaarheidscode maken.
  3. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

  4. Ga naar Contactinstellingen > ACD-skills.

  5. Klik op de Personal Connection (PC) ACD-skill die u wilt bewerken.
  6. Klik op het tabblad Nawerk.
  7. Stel het Nawerktype in op Dispositie.
  8. Stel de Status in op de niet-beschikbaarheidscode die de agent moet hebben tijdens de toepassing van de dispositie.
  9. Als u geen tijdslimiet wilt instellen voor toepassing van de dispositie voordat het contact automatisch wordt afgerond als Geen dispositie, selecteert u Vereist. Anders stelt u de Tijdslimiet in op het aantal seconden dat agents een dispositie kunnen toepassen voordat er een timeout optreedt, en stelt u de Timeout-status in op de niet-beschikbaarheidscode die agents moeten krijgen als ze een oproep niet binnen de Tijdslimietafhandelen.
  10. Selecteer in de tabel 'Selecteer disposities voor gebruik met deze skill' alle disposities die de skill moet kunnen gebruiken. Klik op Toevoegen.

  11. Als u de volgorde waarin de disposities in de interface van Agent verschijnen wilt aanpassen, klikt u op de pijlknoppen omhoog en omlaag in de tabel Aan deze skill toegewezen disposities.
  12. Klik op Opslaan.

Antwoordapparaatdetectie per poging instellen

Vereiste machtigingen:Skills Bewerken en CXone Bestanden en mappen Weergeven

Schermafbeelding van instellingen voor oproepverloopanalyse van een skill in de ACD-applicatie
  1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

  2. Ga naar Contactinstellingen > ACD-skills.

  3. Klik op de PC ACD-skillGesloten Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent die u wilt bewerken.

  4. Klik op Parameters. Klik voor analyse van het oproepverloop op Configureren of Bewerken.

  5. Stel Oproepverloopanalyse in op Classificeren met antwoordapparaatdetectie. Selecteer een standaardactie in de vervolgkeuzelijst Opties voor antwoordapparaatdetectie. Deze actie is van toepassing op alle pogingen waarvoor geen uitzondering is geconfigureerd.

  6. Indien u Bericht afspelen hebt ingesteld als Standaardactie, moet u het geluidsbestand specificeren dat u voor het bericht wilt gebruiken. Klik op Bladeren en selecteer het geluidsbestand met daarin het bericht voor het antwoordapparaat. Klik op OK.

  7. U kunt als volgt een nieuwe uitzondering op de standaardactie toevoegen:
    1. Klik op Uitzondering toevoegen.

    2. Selecteer uit de keuzelijst aan de linkerkant de belpoging waarbij u het uitzonderingsgedrag wilt laten optreden.

    3. Indien u Bericht afspelen instelt als gedrag, moet u het geluidsbestand specificeren dat u voor het bericht wilt gebruiken. Klik op Bladeren en selecteer het geluidsbestand met daarin het bericht voor het antwoordapparaat. Klik op OK.
    4. Ga op dezelfde manier verder met het maken van de andere gewenste uitzonderingen.

  8. Om een uitzondering te verwijderen, klikt u op de min-knop links van de bijbehorende rij.

  9. U kunt de Opties voor identificatie door agent inschakelen en de Tijd voor correctie antwoordapparaatdetectie instellen.

  10. Klik op Gereed.

Door agents geplande callbacks inschakelen

Vereiste machtigingenDisposities Maken, Niet-beschikbaarheidscodes Maken en Skills Bewerken.

U kunt agents met Personal Connection (PC) Proactive Voice ACD-skillsGesloten Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent in staat stellen een vervolggesprek met het contact in te plannen als onderdeel van het nawerk. De agent kan een datum en tijd instellen voor de callbackGesloten Contacten blijven in de wachtrij staan en worden automatisch teruggebeld zodra ze vooraan staan in de wachtrij., gebaseerd op de eigen tijdzone of die van het contact, en instellen of de callback bedoeld is voor de agent zelf of voor een willekeurige agent met dezelfde ACD-skill. PC levert callbacks aan als previewcontacten, waarbij de agents de oproep eerst moeten accepteren voordat ze gaan bellen.

Als een agent een agentspecifieke callback heeft ingepland maar deze agent-ID inactief wordt vóórdat de callback plaatsvindt, dan zal het systeem de agentspecifieke tag verwijderen en de oproep aan een andere agent geven.

Wanneer een agent een callback voor een record heeft ingepland, blijft de record een callback totdat een agent het contact kan bereiken of het maximum aantal pogingen wordt bereikt (standaard ingesteld op 10). Het telefoonnummer dat voor de callback wordt gebruikt, is ofwel het doelnummer waarvoor de callback is gegenereerd, of een nummer dat de agent handmatig invoert. Als de agent handmatig een telefoonnummer voor de callback invoert, wordt dit nummer door het systeem niet gecontroleerd aan de hand van de DNC-lijst.

Callbacks hebben prioriteitGesloten Een skillgebaseerde indicatie van het belang van een contact, die de aanleveringsvolgorde bepaalt. in de wachtrij, dus PC levert de callback zo snel mogelijk aan. Als de agent in gesprek is en een ACD-skill gebruikt die is geconfigureerd voor prioriteitsblendingGesloten Hiermee kunt u outbound oproepen combineren met uw inbound wachtrij op basis van oproepprioriteit., dan wordt er een plaatshouder voor de callback in de wachtrij geplaatst als de agentspecifieke oproep de hoogste prioriteit heeft. Als een agent een callback inplant voor een tijdstip waarop de ACD-skill niet actief is, dan vindt de callback plaats zodra de ACD-skill wel actief is.

Als gebruikmaakt van Proactive XS, kunt u agentspecifieke oproepaanvragen genereren met behulp van de prioriteitsvlag. Als u dit doet, moet u een agentveld uit uw gegevens toewijzen. Met Proactive XS is er geen hogere prioriteit voor agentspecifieke oproepen. U moet de prioriteitsvlag voor XS-records gebruiken om te zorgen dat agentspecifieke callbacks de juiste prioriteit krijgen.

  1. Als u dit nog niet hebt gedaan, moet u disposities met Classificaties voor oproepherhaling maken.
    1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

    2. Ga naar Contactinstellingen > Disposities.

    3. Voer een Dispositienaam in. Stel de Classificatie in op Herhalen - Ingepland voor specifieke agent of op Herhalen - Ingepland met tijdstip - Willekeurige agent.
    4. Klik op Dispositie maken.
    5. Maak nog een dispositie aan met de andere Classificatie, als u die beschikbaar wilt stellen voor de agents.
  2. Als u deze code nog niet hebt, moet u een niet-beschikbaarheidscode maken voor de status van de agent tijdens het nawerk.

    1. Klik op de app-kiezer en selecteer ACD.
    2. Ga naar ACD-instellingen > Niet-beschikbaarheidscodes.
    3. Klik op Nieuwe maken.
    4. Typ de naam van de code in het veld Naam voor niet-beschikbaarheidscode.
    5. Selecteer Nawerk.
    6. Als u de standaardperiode (120 minuten) wilt veranderen die een agent in een niet-beschikbaarheidsstatus kan doorbrengen voordat de status automatisch wordt aangepast, voert u het gewenste aantal minuten in bij Agent-timeout (min.).
    7. Klik op Niet-beschikbaarheidscode maken.
  3. Pas de callbackdisposities toe op de PC ACD-skill.

    1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

    2. Ga naar Contactinstellingen > ACD-skills.

    3. Klik op de PC ACD-skill die u wilt bewerken.

    4. Klik op het tabblad Nawerk.

    5. Selecteer Dispositie als het Nawerktype.

    6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Status de niet-beschikbaarheidscode die u hebt gemaakt voor agents die callbacks inplannen.

    7. Selecteer in de tabel 'Selecteer disposities voor gebruik met deze skill' de Herhalen-disposities die u hebt gemaakt en klik op Toevoegen.

    8. Als u de volgorde van de disposities in de de agentapplicatie-interface wilt aanpassen, gebruikt u de pijlknoppen omhoog en omlaag.

    9. Klik op Opslaan.

  4. Als u de standaard callbackinstellingen wilt aanpassen voor het aantal callbacks dat een agent kan inplannen, de rusttijd tussen callbacks en andere callbackopties, doet u het volgende:

    1. Klik op het tabblad Parameters in de PC ACD-skill.

    2. Klik bij Herhalingsinstellingen op Configureren of op Bewerken.

    3. Geef de opties onder Callback-instellingen de gewenste waarden.

    4. Klik op Gereed.

Alternatieve outbound telecomroute inschakelen voor een ACD-skill

U kunt een ACD-skillGesloten Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent configureren om het uitgaande verkeer van de skill via een andere telecomroute dan de standaardroute te sturen. Deze optie geeft u meer controle over de routering van uitgaand verkeer in uw netwerk. Als u bijvoorbeeld een extern product gebruikt dat kosten in rekening brengt op basis van het verkeersvolume, kunt u alleen het netwerkverkeer van die skill via een andere route omleiden voor de extra verwerking.

Om alternatieve outbound telecomroutes te kunnen inschakelen, moet uw bedrijfseenheid minstens twee outbound telecomroutes hebben.

  1. Klik op de app-kiezer en selecteer ACD.

  2. Ga naar Contactinstellingen > ACD-skills.

  3. Klik op de outbound PC ACD-skillGesloten Skills worden gebruikt om de aanlevering van interacties te automatiseren op basis van de vaardigheden, capaciteiten en kennis van de agent die u wilt aanpassen.
  4. Klik op Bewerken.
  5. Selecteer in het tabblad Details de gewenste telecomroute voor deze skill bij de optie Afwijken van telecomroute.
  6. Klik op Gereed.