Accounttoewijzing

Vereiste machtigingen voor het toewijzen van accounts: Algemeen > Accounttoewijzing Maken

Wijs een extern platform aan CXone Mpower toe om onderlinge uitwisseling van informatie mogelijk te maken. Als u bijvoorbeeld Microsoft Teams aan CXone Mpower toewijst, kunt u de agentstatussen tussen de twee platforms synchroniseren. Wanneer de CXone Mpower-status van een agent bij het beantwoorden van een oproep verandert in Bezet, verander de Teams-status ook in Bezet. Nadat u CXone Mpower aan uw externe platform hebt toegewezen, kunt u agentstatussen synchroniseren.

Voordat u begint

U dient eerst een gebruiker voor de toegangssleutel te selecteren. De toegangssleutel van deze gebruiker wordt gebruikt om de communicatie tussen CXone Mpower en het externe platform te valideren. Het kan zijn dat dit type gebruiker al is gemaakt voor uw CXone Mpower-systeem, vooral als uw organisatie CXone Mpower-API’s gebruikt. Deze gebruiker mag niet worden gedeactiveerd. Als u dit doet, werkt de accounttoewijzing namelijk niet meer. Als dit type gebruiker niet is ingesteld op uw systeem en u geen bestaande CXone Mpower-account wilt gebruiken, maakt u een gebruiker met de volgende machtigingen:

• Agentsessie beheren via API Aan

• Beveiligingsprofiel Weergeven

• Presence Sync > Gebruikerstoewijzing Toewijzen

• Presence Sync > Regels Alle

CXone Mpower toewijzen aan RingCentral en Unify

Vereiste: Verifieer dat de RingCentral-applicatie waaraan u CXone Mpower toewijst, vernieuwingstokens kan uitgeven. U kunt deze functionaliteit inschakelen in de applicatie-instellingen.

De optie voor authenticatie van de gebruikersnaam en het wachtwoord wordt door RingCentral afgeschaft en vervangen door OAuth. Als u een bestaande integratie tussen CXone Mpower en RingCentral hebt, wend u dan tot Accountmanager voor meer informatie over het migreren naar de nieuwe authenticatiemethode. U kunt de gebruikersnaam- en wachtwoordgegevens tot nader order blijven gebruiken voor authenticatie. Hierdoor blijft uw integratie bruikbaar zolang u niet naar de nieuwe OAuth-methode bent gemigreerd.

1. Klik op de app-kiezer en selecteer Adapters.

2. Klik op Accounttoewijzing.

3. Als in uw systeem meerdere bedrijfseenheden Een organisatorische eenheid op hoog niveau die wordt gebruikt om technische ondersteuning, facturering en globale instellingen voor uw CXone Mpower-systeem te beheren. zijn geregistreerd, klikt u op de gewenste bedrijfseenheid om de account aan RingCentral toe te wijzen.

4. Klik op RingCentral.

5. Klik op Accounts toewijzen.

6. Selecteer in de sectie Adapterversie de juiste versie voor de vervolgkeuzelijsten Adapterversie Presence Sync en Adapterversie Directory Sync.

7. Voer in de sectie ACD-bedrijfseenheiddetails de details in over de tenant.

   Meer informatie over de velden in deze stap

   Veld	Details
   Tenant-ID	Voer uw tenant-ID in. Geeft uw tenant-ID in.
   Tenantnaam	Voer de naam van uw tenant in. Geeft uw tenantnaam weer.
   Gebruiker voor toegangssleutel	Selecteer uit de vervolgkeuzelijst Gebruiker voor toegangssleutel de gebruiker voor wie u een toegangssleutel wilt genereren. Deze gebruiker wordt gebruikt voor verschillende Directory Sync-bewerkingen. Wanneer u de gebruiker selecteert, wordt de toegangssleutel gegenereerd en opgeslagen in het systeem. Het verdient aanbeveling om in CXone Mpower een afzonderlijke systeemgebruiker te maken die te allen tijde actief is.
   E-mailadres	De e-mailadressen waarop medewerkers kritieke meldingen over problemen met het synchronisatieproces voor de agentstatus kunnen ontvangen. Bijvoorbeeld als er een authenticatiefout plaatsvindt voor uw tenant. Als er een authenticatiefout wordt gemeld, controleert u de inloggegevens die zijn ingevoerd in het tabblad ACD-gegevens bedrijfseenheid en het tabblad [Partnernaam] Accountgegevens. Als de authenticatie mislukt, kunnen de agentstatussen niet worden gesynchroniseerd.

8. Klik op Volgende.

9. Voer uw account-ID voor RingCentralin.

10. Configureer de OAuth-authenticatie. Hiermee geeft u CXone Mpower de nodige inloggegevens, zodat uw CXone Mpower- en RingCentral-systeem veilig met elkaar kunnen communiceren:

    1. Klik op OAuth-token gebruiken.

    2. Klik op Token genereren. Er wordt een RingCentral-applicatievenster geopend.

    3. Voer uw RingCentral-inloggegevens in om in te loggen.

    4. Klik op Autoriseren.

    5. Voer het adres in van de fysieke locatie waar u de RingCentral-service met CXone Mpower gaat gebruiken.

    6. Klik op Akkoord en sluit het authenticatievenster. Hierdoor worden OAuth-inloggegevens gemaakt met RingCentral als identiteitsprovider.

11. Als u de standaard-client-ID en het standaard-clientgeheim van uw RingCentral tenant wilt gebruiken, laat u Standaard-client-ID en -geheim gebruiken ingeschakeld. Als u dit selectievakje uitschakelt, kunt u de client-ID en het clientgeheim van een specifieke RingCentral-applicatie invoeren.

12. Klik op Maken en activeren.

CXone Mpower toewijzen aan Microsoft Teams

U kunt maximaal 8 Microsoft-tenants aan uw CXone Mpower-account toewijzen.

1. Klik op de app-kiezer en selecteer Adapters.

2. Klik op Accounttoewijzing.

3. Als in uw systeem meerdere bedrijfseenheden Een organisatorische eenheid op hoog niveau die wordt gebruikt om technische ondersteuning, facturering en globale instellingen voor uw CXone Mpower-systeem te beheren. zijn geregistreerd, klikt u op de gewenste bedrijfseenheid om de account aan RingCentral toe te wijzen.

4. Klik op Microsoft Teams.

5. Klik op Account toewijzen.

6. Voer onder ACD Bedrijfseenheiddetails de gegevens over uw bedrijfseenheid in.

   Meer informatie over de velden in deze stap

   Veld	Details
   Bedrijfseenheid-ID	Voer uw bedrijfseenheid-ID in. Dit veld is vereist.
   Naam bedrijfseenheid	Voer de naam van uw bedrijfseenheid in. Dit veld is vereist.
   Gebruiker voor toegangssleutel	Selecteer uit de vervolgkeuzelijst Gebruiker voor toegangssleutel de gebruiker voor wie u een toegangssleutel wilt genereren. Deze gebruiker wordt gebruikt voor verschillende Directory Sync-bewerkingen. Wanneer u de gebruiker selecteert, wordt de toegangssleutel gegenereerd en opgeslagen in het systeem. U moet een aparte systeemgebruiker aanmaken in CXone Mpower die altijd actief is.

7. Klik op Volgende.
8. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst Microsoft TeamsPlatformversie onder Adapterversie Microsoft - Versie 1.

9. Voer uw Account-ID, Toegangssleutel-ID, Geheim en Domein in. Het domein is alleen vereist voor gebruikers die programmatisch zijn gemaakt.

   Meer informatie over de velden in deze stap

   Veld	Details
   Account-ID	Voer uw Microsoft Teams Directory-ID (Tenant-ID) in. U krijgt deze ID wanneer u de Microsoft Teams-app voor toegangsgegevens maakt.
   Toegangssleutel-ID	Voer uw Microsoft Teams Applicatie-ID (Client-ID) in. U krijgt deze ID wanneer u de Microsoft Teams-app voor toegangsgegevens maakt.
   Geheim	Voer de geheime sleutel in die is gegenereerd tijdens het maken van de app in de Microsoft Teams-directory.
   Domein	Voer de domeinnaam voor de systeemgebruikers in. Programmatisch gemaakte systeemgebruikers hebben een configureerbare domeinnaam. Een domeinnaam is alleen nodig voor dit type gebruiker.

10. Selecteer Systeemgebruikers programmatisch maken als u in uw Microsoft Azure Directory-software automatisch systeemgebruikers wilt maken met app-inloggegevens van de Azure-portal. Als u dit inschakelt, maakt Azure elke systeemgebruiker onder de naam CXone_xxxxx.
11. Doet het volgende als u meer Microsoft Teams-tenants wilt toevoegen:
    1. Klik op om voor elke nieuwe tenant een nieuw tabblad toe te voegen. U kunt de naam van het nieuwe tabblad wijzigen door erop te dubbelklikken.
       Afbeelding weergeven

       
    2. Voer de informatie voor de extra tenant in volgens de aanwijzingen in de vorige stappen.
12. Klik op Volgende.
13. Voer de accountgegevens van uw Microsoft Teams-systeemgebruikers is. U moet minimaal één Teams-systeemgebruiker hebben per 650 gebruikers die zijn toegewezen via AzureActiveDirectory Sync of Presence Sync. U hebt twee opties:
    • Als u het selectievakje Systeemgebruikers programmatisch aanmaken selecteert, worden er automatisch systeemgebruikers aangemaakt in de Azure Directory met behulp van de app-referenties van de Microsoft Azure portal.
    • Als u het selectievakje Systeemgebruikers programmatisch maken uitschakelt, moet u de Teams-accountgegevens handmatig toevoegen. Dit kan nodig zijn als het beleid van uw organisatie niet toestaat dat deze systeemgebruikers programmatisch worden toegevoegd. Met deze optie krijgt u onafhankelijke systeemgebruikers voor Microsoft Teams Presence Sync en Microsoft Teams Directory Sync
14. Voeg in het gedeelte E-mailmeldingen alle e-mailadressen toe die meldingen moeten ontvangen over de status van de adapter, problemen met de authenticatie en andere uitzonderingen.
15. Klik op Toewijzen en registreren.

U kunt meerdere CXone Mpower-accounts aan een Azure-account toewijzen.

CXone Mpower toewijzen aan Zoom

1. Klik in CXone Mpower op de app-kiezer en selecteer Adapters.

2. Klik op Accounttoewijzing.

3. Als in uw systeem meerdere bedrijfseenheden Een organisatorische eenheid op hoog niveau die wordt gebruikt om technische ondersteuning, facturering en globale instellingen voor uw CXone Mpower-systeem te beheren. zijn geregistreerd, klikt u op de gewenste bedrijfseenheid om de account aan RingCentral toe te wijzen.

4. Klik op Zoom.

5. Klik op Account toewijzen.

6. Selecteer in de sectie Adapterversie de juiste versie voor de vervolgkeuzelijsten Adapterversie Presence Sync en Adapterversie Directory Sync.

7. Voer in het gedeelte ACD Business unit Details de gegevens in over de business unit en uw inloggegevens.

   Meer informatie over de velden in deze stap

   Veld	Details
   Bedrijfseenheid-ID	Voer uw bedrijfseenheid-ID in. Geeft uw bedrijfseenheid-ID weer.
   Naam bedrijfseenheid	Voer de naam van uw bedrijfseenheid in. Geeft de naam van uw bedrijfseenheid weer.
   Gebruiker voor toegangssleutel	Selecteer een gebruiker voor wie u een toegangssleutel wilt genereren. Wanneer u de gebruiker selecteert, wordt de toegangssleutel gegenereerd en intern opgeslagen in CXone Mpower. De toegangssleutel wordt gebruikt voor verschillende bewerkingen. U moet een aparte systeemgebruiker aanmaken in CXone Mpower die altijd actief is.
   Toegangssleutel-ID	Voer de Toegangssleutel-ID voor uw bedrijfseenheid in die u hebt gegenereerd toen u een Zoom app maakte. Dit veld is vereist.

8. Klik op Volgende.

9. Selecteer in het gedeelte Adapterversie de juiste versie voor de vervolgkeuzelijst Zoom Platformversie.

10. Voer in het gedeelte Zoom Accountgegevens uw Zoom account- en authenticatiegegevens in.

    Meer informatie over de velden in deze stap.

    Veld	Details
    Account-ID	Voer uw Zoom-account-ID in.
    Accountnaam	Voer uw Zoom-accountnaam in.
    Toegangssleutel-ID	Voer uw Zoom-applicatie-ID (client-ID) in. Dit veld is vereist.
    Geheim	Voer het geheim in voor de toegangssleutel-ID die u hebt ingevoerd. Dit veld is vereist.
    Geheime token	Voer uw geheime token voor de Zoom-applicatie in. Dit veld is vereist.

11. Voer e-mailadressen in die meldingen moeten ontvangen over de adapterstatus, authenticatiefouten en uitzonderingen. Typ komma's tussen de e-mail-ID's als u meerdere ID's invoert.

12. Klik op Toewijzen en registreren.

CXone Mpower toewijzen aan Agent for Service Cloud Voice

1. Klik op de app-kiezer en selecteerAdapters.

2. Klik op Accounttoewijzing.

3. Als in uw systeem meerdere bedrijfseenheden Een organisatorische eenheid op hoog niveau die wordt gebruikt om technische ondersteuning, facturering en globale instellingen voor uw CXone Mpower-systeem te beheren. zijn geregistreerd, klikt u op de gewenste bedrijfseenheid om de account aan RingCentral toe te wijzen.

4. Klik op Salesforce.

5. Klik op Account toewijzen.

6. Selecteer in de sectie Adapterversie de juiste versies voor de vervolgkeuzelijst Adapterversie Presence Sync.

7. Voer in de sectie ACD-bedrijfseenheiddetails de details in over de tenant.

   Meer informatie over de velden in deze stap

   Veld	Details
   Bedrijfseenheid-ID	Voer uw tenant-ID in. Geeft uw tenant-ID in.
   Naam bedrijfseenheid	Voer de naam van uw tenant in. Geeft uw tenantnaam weer.
   Gebruiker voor toegangssleutel	Selecteer uit de vervolgkeuzelijst Gebruiker voor toegangssleutel de gebruiker voor wie u een toegangssleutel wilt genereren. Wanneer u de gebruiker selecteert, wordt de toegangssleutel gegenereerd en opgeslagen in het systeem.

8. Klik op Volgende en voeg uw Salesforce-account en authenticatiegegevens toe.

   Meer informatie over de velden in deze stap

   Veld	Details
   Organisatie-ID	Voer de Salesforce-account-ID in. Dit veld is vereist.
   Gebruikersnaam	Voer een geldige gebruikersnaam in voor het Admin-account van het partnerplatform. Dit veld is vereist.
   Wachtwoord	Voer een wachtwoord voor uw account in. Dit veld is vereist.
   Client-ID	Voer uw openbare identificatiecode voor uw Salesforce-account in. U gebruikt de client-ID om uzelf te identificeren voor Salesforce.
   Klantgeheim	Voer uw client-geheim in. Dit maakt u de eigenaar van de client-ID.

9. Klik op Toewijzen en registreren.

U kunt Omni-Channel statussen toewijzen zodra u klaar bent met accounts toewijzen.