Toegang tot apps beheren

CXone bevat enkele applicaties die u moet inschakelen voor de gebruikers in uw contactcenter. Voor elke applicatie moeten de gebruikers worden toegewezen aan een beveiligingsprofiel waarvoor het desbetreffende product is ingeschakeld. Sommige applicaties volstaan met één enkele machtiging, terwijl u voor andere applicaties uitgebreid de werking moet configureren.

MAX inschakelen voor agents

Vereiste machtigingen: Beveiligingsprofiel Bewerken

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerAdmin.
  2. Klik op Beveiligingsprofielen.
  3. Klik op het beveiligingsprofiel dat u wilt wijzigen.

  4. Klik op het tabblad Machtigingen op Bewerken.

  5. Blader omlaag naar het gedeelte Agent.

  6. Selecteer de machtiging Agent MAX Weergeven.
  7. Ga naar het begin van de pagina en klik op Gereed.

Vervolgens kunt u de toegang tot individuele functies in MAX beheren voor agents.

Integrated Softphone inschakelen

Vereiste machtigingen: Beveiligingsprofiel Bewerken

Vraag uw CXone-accountmanager om Integrated Softphone in te schakelen voor uw bedrijfseenheidGesloten Een organisatorische eenheid die wordt gebruikt om technische ondersteuning, facturering en globale instellingen voor uw CXone-omgeving te beheren. Daarna wordt deze functie automatisch ingeschakeld voor uw beveiligingsprofielen. U hoeft deze machtigingen niet in te schakelen, behalve als u ze eerder hebt uitgeschakeld en ze nu opnieuw wilt inschakelen.

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerAdmin.
  2. Ga naar Beveiligingsprofielen.
  3. Open het beveiligingsprofiel van de agent.

  4. Klik op het tabblad Machtigingen. Blader omlaag naar het gedeelte AgentAgent for Oracle Service CloudSalesforce Agent.

  5. Selecteer Agent MAX als u dit nog niet hebt gedaan. Selecteer Agent for Oracle Service Cloud als u dit nog niet hebt gedaan.

  6. Selecteer Agent Softphone (vereist MAX). Selecteer Integrated Softphone. Selecteer Integrated Softphone.

  7. Gebruik de optie Agent Softphone: Automatisch accepteren om aan te geven of Integrated Softphone de oproepen voor uw agents moet beantwoorden.

    • Inschakelen is niet geselecteerd: Automatisch accepteren is UITgeschakeld.

    • Inschakelen is geselecteerd en Agentconfiguratie is niet geselecteerd: Automatisch accepteren is INgeschakeld.

    • Inschakelen en Agentconfiguratie zijn beide geselecteerd: Automatisch accepteren is standaard ingeschakeld maar de agent kan deze optie in- en uitschakelen in MAX.

    U moet bovendien de Standaard aanwezigheidsconfiguratie in Salesforce geconfigureerd hebben om Agents toestemming te geven om werkverzoeken te weigeren.

  8. Ga naar het begin van de pagina en klik op Gereed.

Supervisor inschakelen

Vereiste machtigingen: Beveiligingsprofiel Bewerken

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerAdmin.
  2. Ga naar Beveiligingsprofielen.
  3. Klik op het beveiligingsprofiel dat u wilt bewerken.

  4. Klik op het tabblad Machtigingen.

  5. Blader omlaag of zoek met Ctrl+F naar het gedeelte Supervisor, dat onder Contactafhandeling staat.

  6. Selecteer Supervisor starten. Met deze machtiging schakelt u Supervisor in en geeft u de gebruiker toegang tot de activiteiten en metrics van de agent.

  7. Selecteer bij de machtiging Monitoring de optie Monitor. Dit is de minimale machtiging die nodig is om te kunnen meeluisteren met oproepen. Selecteer Coachen, Meepraten, Overnemen en/of Opnemen als u wilt dat supervisors meer kunnen doen met de gemonitorde oproepen.

  8. Als u wilt dat gebruikers agents en/of skills kunnen weergeven en beheren in Supervisor, selecteert u Tabblad Agent en/of Tabblad Skills.

  9. Schakel de overige Supervisor-machtigingen in die de gebruikers moeten krijgen.

  10. Als u Overnemen hebt geselecteerd, moet u MAX inschakelen:

    1. Blader omhoog naar het gedeelte Agent (onder Contactafhandeling).

    2. Selecteer Agent MAX.

    3. Selecteer de machtiging Weergeven voor Agenttelefoon en/of Agentstation. Agenttelefoon stelt gebruikers in staat om bij MAX in te loggen met een telefoonnummer, terwijl gebruikers met de machtiging Agentstation bij MAX kunnen inloggen met behulp van een station-ID.

    4. Selecteer alle overige Agent-machtigingen die de gebruikers moeten hebben.

  11. Klik op Gereed.

Studio inschakelen

Vereiste machtigingen: Beveiligingsprofiel Bewerken

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerAdmin.
  2. Ga naar Beveiligingsprofielen.
  3. Klik op het beveiligingsprofiel dat u wilt bewerken.

  4. Blader omlaag of zoek met Ctrl+F naar het gedeelte Algemeen, dat onder Algemeen staat. Selecteer bij de machtiging Support en downloads de optie Weergeven. Gebruikers hebben deze machtiging nodig om Studio te kunnen downloaden.

  5. Blader omlaag of zoek met Ctrl+F naar het gedeelte Studio, dat onder Applicaties staat. Selecteer voor de machtiging Scripts minimaal de optie Weergeven. Hierdoor kunnen gebruikers met dit beveiligingsprofiel workflows bekijken in Studio. Als u wilt dat ze ook de functies Debuggen, Importeren/exporteren, Maken/bewerken, Deactiveren en/of Vergrendeling opheffen kunnen gebruiken, selecteert u de bijbehorende machtigingen.

  6. Als u wilt dat gebruikers nieuwe prompts in de Studio-workflows kunnen opnemen, selecteert u Opnemen bij de Prompts-machtigingen.

  7. Als u wilt dat gebruikers toegang krijgen tot de bestandsbrowser in Studio, selecteert u het gewenste machtigingsniveau voor de Bestandsbrowser. De bestandsbrowser heeft toegang tot alle bestanden in uw omgeving, inclusief oproeplijsten en DNC-lijsten.

  8. Ga naar het begin van de pagina en klik op Gereed.